De Gemeenschap. Jaargang 12(1936)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 623] [p. 623] Gabriël Smit Kleine liederen voor den Kerstnacht I Zing van den vrede, de schaduw valt snel, speel hier beneden Gods kinderspel: de snuivende dieren, de schamele stal, de wind door de kieren, het deert niemendal. het Kind in het midden, Maria erbij, het mompelend bidden van Jozef terzij. de stralende landen, het hart van den tijd, o fonkelend branden: Gods vreedzaamheid. geen kwade geruchten, geen vijand, geen moord, geen lafheid te duchten, geen dubbel woord. het jubelend zingen van engelen, ver, de stilte der dingen, de rust van de ster - [pagina 624] [p. 624] zing van den vrede, de schaduw valt snel. speel hier beneden Gods kinderspel. II Tusschen het sneeuwkristal bloeien de rozen. wie is gekozen? wie, die ze plukken zal? kom hier, kom voorzichtig, geen knop mag geschaad. zie, waar je ook gaat, de sneeuw is doorzichtig: water stroomt, klaar en licht, graankorrels dringen en zaden ontspringen in gras, zwaar en dicht. gonzend herleven diep in den nacht, volheid en kracht de aarde hergeven. wie zal het hooren? wie zal verstaan? kom, laten wij gaan, bevrijd en herboren: tusschen het sneeuwkristal bloeien de rozen. wij zijn gekozen, God wacht ons al. [pagina 625] [p. 625] (Henk Wiegersma) Vorige Volgende