De Gemeenschap. Jaargang 12(1936)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 618] [p. 618] Koos van Doorne Ontmoeting Nog zijn de laatste schemeringen niet gansch en al teniet gedaan; hoor, hoe een verre stem komt zingen onder de gouden lamp der maan. Nu weet ik dat dit stervend leven eenmaal zal zijn voorbij gegaan; o goede troost van God gegeven: daar zal een tijd zijn zonder waan, zonder het kwaad en zonder lijden, zonder verdriet of treurigheid; een tijd van ademloos verblijden, van vreugde zonder eindigheid. Een gouden maan hangt in het duister dat nog van licht doorweven is; en ik, ik schrei tot God, en luister naar Hem, bij wien volmaaktheid is. Vorige Volgende