De Gemeenschap. Jaargang 12

[p. 282]

A.J.D. van Oosten
Passief verzet

Wij zijn ten deze competent
tot oordeelen en rouwbeklag,
't huidig regiem loopt op zijn ênd:
want al onze eerbied voor 't gezag
is (zeer omzichtig) voorgewend.

Hun spel is nog uit de oude doos
maar wordt met hartstocht nieuw beoefend,
al is men geestelijk hulpbehoevend:
dees leugenstrijd wint grandioos
wie hoog speelt en gewetenloos.

Zijn starre hoogheid en de sier
van pluimensteek en ridderorden
moet niet serieus genomen worden:
want hem regeert 't geheim bestier
van geldbezitter en bankier.

Dit is nu uitgemaakt voor redenaars en scribenten:
wie de verboden vrucht te gróót neemt, ziet de prijs
daarvoor gesteld op het verlies der heilige sacramenten -
maakte eenmaal niet 't Reptiel aan 't schepsel wijs
dat reeds het enkele plukken opwoog tegen 't Paradijs?

[p. 283]

Kamerfractie

 

De club bleef ongeschokt, zij 't stemmental geslonken,

 

men heeft voor 't aanzien 't schip ‘De Welvaart’ nagebootst;

 

nog bouwt de bodem zee, tot zijner Reeders troost!

 

Als kettingroeiers zitten ze aan hun bank geklonken,

 

wie al te vurig in den trek is, wordt geloodst.

(Vignet Charles Eyck)