De Gemeenschap. Jaargang 12(1936)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 252] [p. 252] Koos van Doorne Lente Een milder wind komt uit het westen waaien en de seringen staan al zwaar in knop; traag na een langen tocht roeien zich kraaien de wijde koele hemelstroomen op. De zon schijnt warmer en gaat later onder, er drijven witte nevels in een blauwe lucht; wij wachten ook dit jaar het oude wonder, en hooren lente's zoet en zacht gerucht. En weer ontwaakt de lust tot dwalen, tot trekken langs een eenzaam pad; de speelsche wind vertelt verhalen van dingen die men lang vergat.... Nu is het tijd om God beschaamd te vragen: ‘Maak mijn verlangen, Heer, niet al te groot, want in het lengen van Uw schoone dagen vindt mijn onrustig hart een machtig bondgenoot.’ Vorige Volgende