De Gemeenschap. Jaargang 11(1935)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 708] [p. 708] J.J. van Geuns Hij .... Hij heeft mij dikwijls door 't gewoel der steden Het grijs gewelf der kerken ingeleid, Waar stem noch voetstap klonk. Vergeet het heden, - Zoo hoorde ik zijn gebod - vergeet den tijd. Hij is van al mijn streven de verstoorder Wanneer dat streven ging Zijn doel voorbij. Hij is van al mijn wenschen de verhoorder Dat in zijn plan zich voegt. Dan zegent hij. Hij was zoo vaak de zwijger op mijn smeeken Naar waarheid, naar der dingen diepst waarom. Misschien wil hij de stilte niet meer breken, Blijft mij zijn stem, die me eens beleerde, stom. Dan om met zachte zekerheid te spreken: Nu is het tijd, dat gij moet komen. - Kom! Vorige Volgende