De Gemeenschap. Jaargang 11(1935)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 704] [p. 704] Vic. Reinders De gevangene Het maanlicht schijnt door 't vierkant venstergat: de felle schaduwen der ijzren spijlen zijn zwart op witte pleistermuur gespat; - maar in mijn zak heb ik twee scherpe vijlen! Daarbuiten bloeit een linde en haar geur doet ruimte en tijd in verre droom verijlen; een stugge stap gaat raaklings langs mijn deur; - maar in mijn zak heb ik twee scherpe vijlen! Hoe zingt het staal op halfverroeste spijlen, ik span de spieren; ik wring de stangen neer; daar is de hémel en duizend sterren wéér en in mijn zak heb ik twee scherpe vijlen! Een sprong; ik sta, ik vlucht .... De vrijheid zingt door iedre zenuw van mijn lichaam henen: nu weet ik, hoe een sterke man kan weenen, wanneer geluk hem op de knieën dwingt. Vorige Volgende