De Gemeenschap. Jaargang 11(1935)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 417] [p. 417] Ed. Hoornik Lilliputter Hij is alleen maar klein, in wie zal daarom de idee opkomen, dat ook dit ventje naar Gods beeld en droomen geschapen, en voor de eeuwigheid bestemd zou zijn. Hij is zoo ongezien en fijn, dat nimmer vrouwen om hem schreiden, alleen zijn moeder, maar die verstond 't te vermijden in avondlijke uren veel met hem alleen te zijn. De zon gaat eerder voor hem onder dan voor dengeen, die van gewone lengte is, dat zoo'n klein menschje al volwassen is, lijkt alle kinderen een wonder. Temidden van een wereld vol normalen wordt hij niet gek, al blijft hij klein, maar onder hen is hij de eenige, die zonder pijn denkt aan den dag, dat magere Hein het hart komt halen. Vorige Volgende