De Gemeenschap. Jaargang 11(1935)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 330] [p. 330] A.J.D. van Oosten De steenen bol Voor C.J. Neeleman Hier strekt een vierkant strand aan de oude, open grenzen van zee en hemeldiep, zijn helling in den wind; te ver gelegen naast den daagschen gang der menschen dat men er dorp of visschershuis geschaduwd vindt. Dit zand is straf van licht, tot glazig geel verstoven, een harde spiegel onder 't spansel van azuur; waar uit een net van stralen steil omhoog geschoven een witte bol drijft in een waterval van vuur. Die, op den Scheppingsdag van hooger licht doorsneden, dit gloeiend-heete kwarts in vloeden nedersloeg, kaatst nog van verre, een dood een-cellig wezen, heden zijn schijn slechts in kristallen, die hij brandend droeg. (Vignet Lambert Simon) Vorige Volgende