De Gemeenschap. Jaargang 10

[p. 941]

Nieuws van De Gemeenschap

Het maandblad De Gemeenschap besluit met dit nummer zijn tienden jaargang. Trouw aan de beginselen, die de stichters van het blad bij de oprichting begeesterden, heeft De Gemeenschap



een ontwikkeling doorgemaakt, welke niet altijd harmonisch verliep, het is waar, doch welke ook niet zonder invloed bleef op het openbare katholieke leven van ons land. Wat tien jaar geleden niet gezegd mocht worden, ofschoon het door menigeen gedacht werd, is thans door de organen der publieke meening aanvaard. Hiermede is echter het ideaal van De Gemeenschap allerminst bereikt. Werd de schuwheid van den katholiek ten opzichte van het kunstleven eenigermate overwonnen, de zuivere voorwaarden tot een nieuwen bloei der katholieke schoonheid zijn nog niet geschapen. Herstelde zich het contact tusschen kunst en leven eenigermate, de belangstelling voor de kunst als levensuiting van het individu en van de cultuurperiode, die dit individu mede vertegenwoordigt, gaf nochtans aanleiding tot menig conflict tusschen kunstenaars onderling en schaadde aan de eensgezindheid, die bij de reconstructie van het katholieke leven en bij de voltooiing van den arbeid der katholieke emancipatoren alleszins gewenscht zou zijn. Onafhankelijk van heerschende publieke vooroordeelen, en evenzeer onafhankelijk van kleinzieligen nijd en arrivistische zucht om zich te doen gelden, trachtte De Gemeenschap in den afgeloopen jaargang het beste te bieden, wat er aan katholieke letterkunde in Nederland verschijnt, zij is daarenboven ruim genoeg om gastvrijheid te kunnen bieden aan ieder onafhankelijk schrijver, die een waarachtig talent stelt in dienst van schoonheid of waarheid. Haar homogene redactie, uitsluitend bestaande uit katholieke

[p. 942]

litteratoren, wist in het blad, zoover dit noodig was, die eenheid van mentaliteit en die breedheid van samenwerking te herstellen, welke de kenmerken zijn eener bewust aaneengesloten groep. Het kunstleven niet alleen, doch het gansche maatschappelijke leven, dat zich in de kunst weerspiegelt, boeit de aandacht dezer in overtuiging eensgezinde redactie. Geen enkel Nederlandsch maandblad, door kunstenaars geredigeerd, behandelde in 1934 zooveel maatschappelijke en algemeen cultureele vraagstukken als De Gemeenschap. Wij herinneren aan de artikelen over Quadragesimo Anno, over de liquidatie der R.K. Vereeniging van Marine-personeel, over de beteekenis der Nederlandsche Volkseenheid (door Prof. Mr. W. Pompe), over den nood in de mijnstreek, over Wajangspel en Christus-mysterie (door Prof. C. Berg), over de arbeiderswoningen in den Wieringermeerpolder, over democratie en leiderschap (door A.S.W. Severijnen), over den kerkstrijd in het Derde Rijk (door Anton van Duinkerken), over ‘Woordenquaesties of woordenzwendel?’ (door Prof. Mr. W. Pompe).

Werd het aantal medewerkers zeer sterk uitgebreid, de innerlijke eenheid der redactie versterkt, de strijd om een schooner leven met hernieuwde kracht en gezuiverd idealisme voortgezet, zoodat De Gemeenschap in 1934 een belangrijke aanwinst van abonnees mocht boeken, toch kan het doel van deze uitgave niet worden bereikt zonder dat de belangstelling van het Nederlandsche publiek zich nog aanzienlijk uitbreidt. Wij streven ernaar den inhoud van ons maandblad belangwekkend en vruchtdragend te doen zijn voor onze samenleving, wij sparen moeiten noch kosten om dit doel te bereiken. Maar wij verwachten dan ook, dat ons streven gewaardeerd wordt.

Er is, zoolang ons maandblad bestaat, een nauwere band geweest tusschen De Gemeenschap en de abonnees, dan die welke bestaat tusschen een willekeurig tijdschrift en de lezers. Wij wenschen, dat deze verhouding blijft bestaan niet alleen, doch, dat de kring van ‘Vrienden der Gemeenschap’ zich uitbreide.

Wij verwachten van u, onze lezers, dat gij onze ideeën helpt verbreiden door een ruimere verspreiding van ons tijdschrift. U kunt dit met een gerust hart doen, wij blijven u er borg voor, dat ook de volgende jaargangen uw volle belangstelling zullen blijven trekken.

Reeds wezen wij er op, dat verschillende punten van het gepubliceerde ‘sociaal beginselprogram’ nader toegelicht worden. Zoo zullen maatschappelijke en cultureele vraagstukken in het algemeen met aandacht gevolgd en besproken worden.

De staf van dichters, schrijvers en teekenaars, welke mèt de redactie

[p. 943]

arbeidt om De Gemeenschap dat bijzonder cachet te geven, waardoor zij zich onderscheidt, blijft meewerken.

Dit alles geeft ons het recht van u te verlangen, dat gij propaganda maakt voor De Gemeenschap.

Bezorgt ons nieuwe abonnees, wij staan u gaarne met gratis proefnummers ten dienste.

Wij rekenen op u!

In dit vertrouwen wenschen wij u allen een Zalig Kerstfeest en een Zalig en in alle opzichten gelukkig Nieuwjaar.