De kroongetuige
In ‘Sint Bavo’, godsdienstig tijdschrift voor het bisdom Haarlem, lazen wij een korte beschouwing van de redactie over ‘de film’. Het artikel sluit zich aan bij de woorden, die de Paus onlangs heeft gesproken, toen hij vertegenwoordigers van de filmpers ontving en deze pers verweet, dat zij mede schuldig was aan de minderwaardigheid van de huidige film. Deze uitspraak was een van de hoofdgedachten uit 's Pausen rede. Een andere hoofdgedachte was de verklaring, dat de katholieken hun negatieve houding moesten laten varen en door positief-goede films nieuwe getuigenissen moesten afleggen.
Zal er nu iets veranderen? vraagt ‘Sint Bavo’.
‘Wij zien met groote belangstelling uit naar de daden van hen, die op dit gebied iets kunnen bereiken. Er is hier een groote achterstand in te halen.
We komen alweer achteraan.
Er is - dikwijls nog onder voorbehoud - maar toelaatbaar verklaard.
Is dat een principieele houding?
Het lijkt ons meer op een zeer negatieve houding.
En wie slechts alleen negatief werkt zal in dat negatieve zijn beginsel per slot ten onder zien gaan.
Er is noodig een positief optreden. De Eidophon, met zooveel bravour - en terecht - aangekondigd heeft het vaantje gestreken!
Waarom? Geeft u liever zelf het antwoord, gij, die niet hebt meegewerkt, maar alleen echt koud Hollands hebt gekritiseerd.
Zonde en jammer!’
Het wil ons, eerlijk gezegd, niet duidelijk worden, hoe de redactie van ‘Sint Bavo’ zoo vijandig kan staan tegenover de ‘toelaatbaarheid’, terwijl zij lofredenen over heeft voor de vroegere ‘Eidophon’, die juist in de ‘toelaatbaarheid’ haar heil vond en pertinent weigerde positief katholieke films te vervaardigen. Zij die ‘niet hebben meegewerkt’ doch gecritiseerd, deden dit uit een groote teleurstelling over de slappe a-principieele tactiek van een filmmaatschappij, die door katholieken werd geleid en gefinancierd, uitsluitend en alleen op grond van de