De Gemeenschap. Jaargang 10(1934)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 611] [p. 611] Jan H. de Groot Delila Slaap nu gerust, mijn zeer bewuste sterkte. Onder wiens kracht ik hijgende bezweek. Die van mij vluchtte en niet van mij week. Die ik verried en mijn verraad niet merkte. Slaap zeer; ik zal je immer weer verraden. Mijn prins; heb je de doem dan niet verstaan? Wij zullen aan elkander ondergaan. Maar deze wilde nacht zal nog niet schaden. Ik haat je, haat je... slaap nu zeer gerust. Ik heb je nimmer zoo afmattend heet gekust. Je lokken om mijn arm zijn dansende dolfijnen. Je haar... je kracht... Weest nu op 't zachtst gesust. Mijn hart, mijn haat, mijn liefde en mijn lust. Vlucht Simson, vlucht, zie over u de Filistijnen. Vorige Volgende