De Gemeenschap. Jaargang 10(1934)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 518] [p. 518] Pierre Kemp Kleine gedichten Begrafenis Het was een ziel op hooge hakken waarvan ik daar juist de kist heb gegroet. Zij stond zoo graag bij het huis voor haar gebakken en onder een nieuwen hoed. Zij keek steeds zoo fier om dit klein bezit en was te veel gekleed in rood en wenschte niet graag te gaan in wit tot God door de koude van den dood. Regenjassen Een bui stond te duizelen en hield het niet meer, nu spiegelt de zon in de natte stad. Ik houd niet van menschen, die schijnbaar in leer loopen, al is het nog zoo nat. Ze kunnen immers ook matter gaan en niet blinken zoo schel als een ruit, maar in glimmen die hun veel beter staan, gelijk de glans van hun eigen huid. Acrobaat De man daar met die grootsche idee om buiten in den zonneschijn zijn armen groetzaam uit elkaar te slaan om op zijn handen te gaan staan. Heeft hij wel goed die bloem beschouwd, die in zijn schaduw zich openvouwt en niets doet, dan wat wel haar staat, ook ver van welke straat en zonder idee van acrobaat? Vorige Volgende