De Gemeenschap. Jaargang 10(1934)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 315] [p. 315] Louis de Bourbon Souvenir érotique Wanneer heb ik het liefste liefgehad? Dien milden nacht; de bloemen droomden Geurend voor het open raam, En aan den hemel zag de maan Hoe in haar licht de landen stroomden. Waar is een lichaam nog zoo lief, zoo zacht? O stroom, waarop wij huivrend varen O ver en ongekend verschiet O tonen van het aardsche lied Dat ruischte toen wij samen waren. Nu lig ik in een zelfden nacht alleen En denk aan droomen, die wij niet vergeten, Aan bloemen in den schijn der maan En aan een eindlijk slapen gaan in landen waar wij niets meer weten. Vorige Volgende