De Gemeenschap. Jaargang 10(1934)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] Felix Rutten Piëta En op Haar schoot de Moeder nam Het Lichaam van Haar Zoon, Gebroken in zoo grooten nood, Verslagen in zoo bittren dood, In pijn, in smaad en hoon. Zij zag Zijn oogen, droef en dicht, Zijn wreed-doorkerfde hart. Toen kreunde Ze in Haar droefenis: ‘Ziet of er smart geleden is, Zoo groot als mijne smart.’ Bedroefde Moeder, 't is volbracht: Nu torst uw wankle schoot De rijpe en roode korenschoof, Het bloeiend pand van ons geloof, Het leven, - niet den dood. Vorige Volgende