De Gemeenschap. Jaargang 10(1934)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Gaston Burssens Gewone herfst O late herfst van schone dagen als schaarse dagen éen voor éen geteld al op het telraam van uw eenzaamheid met bonte bollen en een kort geweld van korte vlammen Geruisloos als 't geweld van vlammen en eenzaam als éen enkele vlam die trilt omheen de stam van uwe leegte alsof niet elke stam der andere stammen nooit smeulen zou in heimlik vuur glijdt de schaarsheid van de dagen achter de dammen van het laatste uur En eenzaam als 't geweld van deze dagen hun allerlaatste kracht als kracht getemperd in het vale veelvoud van late bomen en een oude vijver is daar een oude liefde geruisloos weggeschoven onder een weke deken van gevlochten hout En gij de hengelaar op de vondel die roerloos staat en star te water staart weet gij de zilvervissen en de blieken aan d'oppervlakte van uw gespannen huid zo glijdt uw dobber langs de wier niet henen en dooft uw blik de waterlichten uit En gij de vogelaar van uw eigen onrust die gij niet vangen kunt met lijm en klem die in uw jodelende stem als lokstem geen verlokking weet [pagina 55] [p. 55] Gij dolaards van de tijd al van een oude tijd met gele blaren en van een oude liefde idem zo die tijd en liefde te bedaren en te vergaren weet en te begeren en te verteren weet maar in een luie gloed Het is maar een late groet dat een vlam opflakkert nog uit oude bomen want daar is geen beweeg zo sierlik schuw als 't wuiven uit de volle kruinen o wandelaar voor u En u o wandelaar wie dit wuiven als het bestuiven van een meeldraad is u zijn de draden van het web der kruinen de tralies die de spin der zinnen spint vóor de wellust van uw ergernis Vorige Volgende