De Gemeenschap. Jaargang 9(1933)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] J.J. van Geuns Slaapliedje Nú wil ik wel slapen gaan In mijn diep en donzig bed. Waar het eens is neergezet Zal het wel zijn blijven staan: Over zee is het gedragen Naar dit stormbezochte land. Over zee is het gedragen Als een zwaanbespannen wagen, En een kind van duizend dagen Hield de leidsels in de hand. Toen het neerkwam was het nacht. Op dezelfde meridiaan Zal het wel zijn blijven staan Mag ik 't vinden, dan: rust zacht: Wie daar slapen zijn de gasten Van het klein, gevleugeld kind. 't Is een schip van duizend lasten. Zijden kussens en damasten Vullen 't ruim op - en de masten Buigen in der droomen wind. Vorige Volgende