‘Wanneer het kwaad, dat uit een defensieven oorlog voort zou komen grooter is dan het goed, zou m.i. in zoo'n geval ook die defensieve oorlog zedelijk niet gerechtvaardigd zijn.’
Niet alleen een offensieve, maar ook een defensieve oorlog wordt derhalve ongeoorloofd, wanneer het te voorzien is, dat de kwade gevolgen grooter zouden zijn dan de goede.
Welnu, ‘de nawerkingen van een modernen oorlog zijn zoo verschrikkelijk, dat zij in geen enkele verhouding staan tot het volksgoed, dat door den oorlog beschermd of bereikt moet worden.’ (Kardinaal von Faulhaber in een vrediesrede, onlangs te München gehouden).
Het Pauselijk orgaan ‘Osservatore Romano’ kende aan de meening van den Kardinaal een bijzondere autoriteit toe, met het oog op de omstandigheid, dat de Kerkvorst tijdens den wereldoorlog de gevolgen ervan volledig heeft leeren kennen.
‘Daarbij komt nog dat, door de economische ineenstorting der overwonmenen, ook de overwinnaars in eenzelfden ongelukkigen toestand gebracht worden en de krijgskundige nederlaag van het eene volk de economische nederlaag van 't eene zoowel als van 't andere volk ten gevolge heeft. De overwinnaar wordt dus door een modernen oorlog even zwaar getroffen als de overwonnene.’
De moderne oorlog is onmogelijk te localiseeren, omdat de belangen van de geheele menschheid thans ineengrijpen. Daardoor voert hij tot ontreddering der geheele wereld.
Deze oorlog zal derhalve ook niet voldoen aan den tweeden eisch, wordt daardoor immoreel, dus ongeoorloofd.
Nogmaals: Roomsch Front tegen deze internationale misdaad.
Gaan we thans over tot het beantwoorden van de meest gangbare moeilijkheden, die bij 't behandelen van 't oorlogsvraagstuk te berde worden gebracht.
I. Een veel gehoorde opmerking is de volgende.
Wanneer iemand persoonlijk wordt overvallen, heeft hij 't recht zich te verdedigen en mag zelfs den aanvaller in sommige gevallen dooden. Precies hetzelfde geldt voor de gemeenschap! En daarom is 't in strijd met het recht op zelfbehoud als men den verdedigingsoorlog voor ongeoorloofd verklaart.
Wij antwoorden met allereerst de opmerking te maken, dat we onze conclusies alleen bepalen tot één geval, n.l. den thans voorbereiden oorlog. Niet over iederen oorlog hebben we gesproken: we bepaalden