De Gemeenschap. Jaargang 9(1933)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Jacq. Schreurs M.S.C. Sinte Caecilia De maagd Caecilia, die ieder kent als bruid, als melodie en instrument, waarop Gods hand zoo fijne dingen speelde dat Orpheus' lier verveelde en heel 't Romeinsche rijk haast raakte van de wijs; - Caecilia, die blij en katholiek, en over gansch de aarde, statig in vanen staat en standaarden als patronesse der muziek; en die - tot welken prijs! - nu zij verheerlijkt leeft in 't paradijs, nu haar geen hand meer kan onteeren, den kerkelijken zang moet patroneeren en dikwijls droef en wijs wanneer de zangers, haar ter eere, teeren zingt miserere..... Het blijkt hoezeer zij Satan moest mishagen dat die, jaloersch, haar gaat belagen en hij, vanaf zijn oorsprong valsch, haar trof in 't liefste en beste deel: haar zangerige ziel, haar zilveren keel en lelie-witten hals. Sancta Caecilia, in uwe keel gewond, maak onzen koorzang weer gezond. Wil satan door ons zingen eens beschamen en bid voor alle zangers dezer aarde. Amen. Vorige Volgende