is eenvoudig hiervan overgenomen. Wel heb ik me veroorloofd de volgorde der strofen iets om te zetten, n.l. stroof 3 heb ik op de eerste plaats gezet, stroof 1 werd 2; 2 werd 3; 4 is 4 enz. De volgorde van ‘Een devoot’ enz. is klaarblijkelik zo onlogies, dat hier 'n vergissing moet zijn; wat ten overvloede blijkt uit latere uitgaven, die alle deze veranderde volgorde hebben.
De tekst zelf heeft nog al den beminneliken eenvoud en kinderlike naieviteit der 15e eeuwse liederen: Koning Herodes en de ‘coningen uyt Oriëntenlanden’ worden natuurlik sprekend opgevoerd, enz.
Melodie. Voor de melodie had ik denzelfden gemakkeliken weg kunnen nemen, en eenvoudig de lezing van bovengenoemde uitgave kunnen overnemen; ik vond het krities juister een aantal lezingen onder elkaar te zetten en te vergelijken. De 2 voornaamste bronnen zijn allereerst de uitgave v. Scheurleer van het Antwerpens boekje (1539), en vervolgens de uitgave van Hoffmann von Fallersleben:
Niederlandische Geistl. Lieder des XV. Jahrihunderts. Verder stonden me nog ten dienste een 7-tal geestelike-liederenbundels uit de 17e eeuw, die van dit lied ook de melodie gaven.
Waar Scheurleers lied met dat van Hoffmann overeen kwam, is twijfel natuurlik uitgesloten. Wat echter te doen, waar beiden van elkander verschillen? Hier kan de latere traditie veel uitwijzen. Want al is er in de latere drukken (der 17e eeuw) veel verbasterd en besnoeid (gewoonlik is ook het aantal lettergrepen genormaliseerd), 'n bijna unanieme lezing der latere drukken, overeenstemmend met één van de oudste bronnen (Scheurleer of Hofmann) geeft 'n zo-goed-als onfeilbare zekerheid.
Begeleiding. Bij dit lied moest een begeleiding zijn - d.w.z. mensen van de 20e eeuw moesten dit lied op hun piano of orgel kunnen begeleiden. Hoe moest zo'n begeleiding zijn? Natuurlik zo als ze zou geweest zijn, toèn - in de 15e eeuw - en eerder?? Maar .... eerstens zulk 'n begeleiding is moeilik te maken, moeilik te spelen - en onze ‘gewone’ mensen zouden er niets aan hebben, want zij zouden dan toch op ‘hun’ manier het lied gaan begeleiden - en dan waren we nog verder van huis. Daarom - 'k heb getracht een eenvoudige begeleiding te geven - ongeveer in den geest der 16e eeuw.
Slot. Ons lied komt in alle bronnen voor - en 't moge al tamelik onbeholpen er uit zien, het hoeft in warmte en innigheid, in plastiese uitbeeldingskracht, bij niet veel oude Kerstliederen ten achter te staan, en is zeker een der oudste, die we hebben.
Venray.