De Gemeenschap. Jaargang 8
(1932)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 512]
| |
'N Summair antwoordGa naar voetnoot1) van kardinaal M. von Faulhaber, aartsbisschop van MünchenMünchen, datum poststempel. Weledele Heer,
U waart zoo vriendelijk, mij 'n uitvoerige brief - 'n krant - 'n dagblad-uitknipsel - 'n tijdschrift - 'n overdruk daaruit - 'n academisch proefschrift - 'n gedicht - 'n boek - 'n voor de drukpers bestemd manuscript - 'n gedenkschrift - een ‘program’ te sturen. Tot mijn leedwezen kan ik op Uw aanvraag of Uw verzoek geen nadere toezeggingen doen, daar ik overstelpt word door mijn ambtelijke arbeid en geen bezigheden buiten mijn ambt op mij kan nemen, noch verplichtingen die niet tot mijn ambt behooren. Ik zou echter niet graag verzuimen, U ten minste op deze wijze voor Uw vriendelijkheid te bedanken en U, met mijn zeer beleefde groeten, het volgende summaire antwoord te geven: 1. Het is helaas onmogelijk voor mij, alle brieven afzonderlijk te beantwoorden. Klaagt U echter niet alsof U ‘in 't geheel geen antwoord gekregen’ hadt. Het is werkelijk onmogelijk deze dagelijksche stapels post | |
[pagina 513]
| |
door te werken en alles afzonderlijk te beantwoorden, zoolang ik slechts twee schrijfmachines en 'n slechts vier-entwintig-urige werkdag ter beschikking heb. Daarbij moeten de ambtelijke plichten vóór alle privé-aangelegenheden gaan, en de problemen betreffende het bestuur van het diocees, voor alle niet-diocesane problemen. 2. Het is mij helaas onmogelijk een schriftelijke bijdrage te leveren, ter inleiding van 'n boek of 'n nieuw tijdschrift, als feestartikel voor Uw hooggeacht dagblad, voor Uw ‘feest-nummer’ of Uw jubileumuitgave, ofwel in de vorm van 'n verhandeling over een of andere kwestie, hemel of aarde betreffend, uit 't verleden, 't heden of in de toekomst - al waren 't ‘slechts enkele woorden’ - of als goedkeuring of aanbeveling voor een of andere nieuwe letterkundige uitgave, ofwel 'n goedgekeurde uiting over 'n film of Uw groot-opgezet ‘program’ voor de nationale of zedelijke opbouw der menschheid. Aanbevelingen geef ik uit principe slechts, wanneer ik boeken of manuscripten zelf gelezen heb; ik heb echter geen tijd om de dag in, dag uit, binnenkomende boeken te lezen, zooals mij ook de rustige uren ontbreken om mijn eigen manuscripten persklaar te maken. Een uitgever voor Uw boek wilt U s.v.p. zelf wel zoeken. 3. Het is mij helaas onmogelijk om voor betrekkingen, woningen of leeningen te zorgen. Zooals iedere sociaal voelende mensch baart het veelvuldig ontslag uit betrekkingen van de laatste tijd, dat duizenden en duizenden uit hun zeker bestaan gerukt heeft, evenals de woningnood en de onmogelijkheid om krediet te krijgen, waardoor alle ondernemingsgeest verlamd wordt, mij zware zorgen. 't Noodlottige verband dat er bestaat tusschen maatschappelijke ellende en 't religieus-zedelijk leven is mij niet onbekend. Met de beste wil en 't diepste meevoelen kan ik er toch niet aan beginnen om mijn huis te veranderen in | |
[pagina 514]
| |
een arbeidsbeurs, een plaatsingsbureau, 'n woningbureau, een kredietkantoor of 'n instituut ter bevordering der volkswelvaart. Zeer zeker is het 'n heilige traditie der Kerk, de liefdadigheid te beoefenen en de zielzorg zooveel mogelijk te verbinden met 'n liefdevolle zorg voor 't materieele. Christus heeft echter niet alleen medelijden gehad met het hongerige volk, hij heeft ook geweigerd om als scheidsrechter op te treden, als middelaar bij erfeniskwesties of andere zuiver zakelijke vraagstukken; en de apostelen hebben voor de verzorging der armen bijzondere diakenen aangesteld om zelf de handen vrij te hebben voor de religieuze missie. U, Weledele Heer, weet veel redenen aan te voeren waarom U juist in München een betrekking zoekt, maar U vergeet echter dat de werkloosheid in München juist grooter is dan waar elders ook, en dat in München iedere eenigermate goed betaalde betrekking door honderd liefhebbers belegerd wordt. U vergist U, wanneer U schrijft: ‘In verband met Uw aanzienlijke betrekkingen, moet het voor U, Heer Kardinaal, gemakkelijk zijn, om door Uw aanbevelingen, aan mijn verzoek te voldoen’, of wanneer U meent dat ‘rijke katholieken mij in grooten getale terzijde staan en er een eer in stellen U, door mijn handen, een kapitaal te schenken of te leenen’. De kerkelijke stichtingen en 't groote onbekende ‘een of andere fonds’ zijn door de inflatie der Duitsche mark even waardeloos geworden als elk privaat-vermogen. Ook kan ik niet als woning-agent optreden, wat betreft het wonen in kloosters of gestichten, die door orde-zusters geleid worden, daar de kloosters en gestichten evenzeer, en erger nog, onder de woningnood te lijden hebben, en er voor de gestichten, al sedert jaren, honderden op de nominatie staan. 4. Helaas is 't onmogelijk, om aalmoezen of ondersteuningen te geven in de vorm van groote bedragen of in regelmatige giften. De schenkingen uit 't buitenland komen in 't geheel niet meer en in 't binnenland is | |
[pagina 515]
| |
de middenstand, die vroeger voor de armenkas der kerk zorgde, nu zelf tot bittere armoede vervallen. U verzekert in Uw schrijven, dat U geen aalmoes wilt, doch ‘slechts’ 'n leening - als ondersteuning bij de studie, ter bestrijding van begrafenis of verhuizingsonkosten, of om 'n zaak te beginnen of 'n werkplaats in te richten, om werkkleeren aan te schaffen of om goederen uit de bank van leening terug te koopen. Of U verzekert, dat U ook geen leening wilt, echter ‘slechts’ 'n borgstelling om geld bij 'n bank te leenen, of bij iemand anders, bij wien ik dan bemiddelend zou moeten optreden. Of wel U verzekert dat U ook geen borgstelling vergt, doch ‘slechts’ 'n paar adressen van Amerikaansche weldoeners, die vast en zeker niet weten wat zij met hun, in veertig jaren zuur verdiende geld, moeten doen. U verzekert ‘op Uw eerewoord’, dat U alles met rente in drie maanden wilt terugbetalen, en U bewijst daardoor dat U niet zakelijk kunt rekenen. U dreigt, dat U, wanneer U geen geld krijgt, van 't geloof zult afvallen of zelfmoord zult plegen of wel dat U zich tot de anti-kerkeijke pers zult wenden, maar U weet toch, dat het geloof 'n zaak van 't geweten en niet van 't geld is, en dat de weloverwogen zelfmoord U in een nog grooter, in 't eeuwig ongeluk zou storten. Velen verlangen reisgeld ‘om 'n moeder te begraven’, om naar Stettin te reizen, of om in Stuttgart een betrekking te zoeken of wel om ‘op de Balkan dienst te nemen’, daar 'n kollega in de herberg U deze erg afgezaagde smoes aangeraden heeft. Verzoeken, die door 'n ander geschreven zijn, worden niet ingezien, tenzij de ander mede onderteekent. Het is namelijk opvallend, hoeveel verzoekschriften van oorlogsweduwen door mannenhanden geschreven zijn, en hoeveel overvloediger de stroom van verzoekschriften vloeit in de dagen van 't karnaval of ten tijde van de Octoberfeesten. Daar de liefdadigheid ordelijk en verstandig moet zijn, en iedere aalmoes die aan 'n onwaardige gegeven wordt, geroofd is van de waardige armen, moeten de ver- | |
[pagina 516]
| |
zoekschriften ieder afzonderlijk, en van geval tot geval onderzocht worden. 5. Het is mij helaas onmogelijk, op de tallooze verzoeken met andere doeleinden in te gaan, 't is niet mogelijk om lid te worden van Uw genootschap - Uw arbeidersvereeniging - Uw ondersteuningscomité - want deze vereenigingen zijn in mijn onmiddellijke omgeving reeds zoo talrijk als de zandkorrels aan 't strand der zee; 't is onmogelijk om bijdragen te geven voor 't stichten van kerken, vereenigingsgebouwen, vaandels, gymnastiekzalen en sportvelden, want de bisschop van München moet zelf in zijn diocees 'n heel dozijn kerken bouwen; 't is onmogelijk om voordrachten of preeken of zelfs ook ‘slechts kleine toespraken’ buiten het diocees te houden, want de bisschop van München kan niet eens op dergelijke aanvragen uit het eigen diocees 'n toestemmend antwoord geven; 't is onmogelijk aanbevelingen te geven voor Italiaansche kloosters of betrekkingen in Rome, of immigratiepapieren voor Amerika te verschaffen; 't is niet mogelijk om van de werkgevers loonsverhoogingen te eischen, of verzoekschriften bij 't ministerie van Justitie in te dienen om voor Uw man of Uw zoon, die ‘slechts om 'n politiek feit onschuldig veroordeeld werd’ gratie te verkrijgen; enz. - enz. U wordt, verder dringend en beleefd verzocht geen getuigschriften bij Uw schrijven in te sluiten (pas, militair zakboekje, stukken betreffende financieele omstandigheden, huishuurkwitanties, ontslag uit ziekenhuis, briefjes van de bank van leening) of minstens het adres van de betreffende pastorie op te geven, waarheen de stukken teruggestuurd kunnen worden. Eveneens verzoek ik alle breedvoerige en vleiende titula- | |
[pagina 517]
| |
tuur in de verzoekschriften en op de adressen weg te laten. 6. Het is helaas onmogelijk allen die 'n verzoek hebben persoonlijk te ontvangen. Zuiver zakelijke of politieke bezoeken zijn bij voorbaat reeds uitgesloten. Eveneens alle bezoeken betreffende 'n huwelijkskwestie, wier oplossing in ieder kerkportaal aangeplakt is, of die aan iedere katholieke priester gevraagd kan worden of wier oplossing in de vastenbrief van 1925 te vinden is, in 't bijzonder bedoelen wij de steeds weer terugkeerende gevallen, waarin gevraagd wordt of de bisschop of de paus ‘in bijzondere gevallen’ 'n geldig gesloten huwelijk toch niet kunnen ontbinden of wel ‘in bijzondere gevallen’ het huwelijk met 'n gescheiden persoon kunnen toestaan. Werkelijke huwelijkskwesties moeten niet mondeling bij de bisschop ingediend worden, doch schriftelijk bij het Geestelijk Huwelijk Gerechtshof van het Aartsbisschoppelijk Diocees (München, Pfandhausstr. 1). Buitenlanders kunnen slechts dan er op rekenen dat hun bezoek verwacht wordt, wanneer hun schriftelijk of telefonisch dag en uur van ontvangst meegedeeld zal worden. Bovendien moge men zoo vriendelijk zijn, er aan te denken dat 'n bezoek twee kanten heeft, en dat het uur niet alleen de bezoeker moet uitkomen, maar ook hem die de eer van het bezoek geldt. Afgevaardigden, die voor 'n vacante pastoorsplaats of 'n ander ambt van de zielzorg de aanstelling van 'n bepaalde priester bewerken willen, behoeven geen moeite te doen om 'n audiëntie bij de bisschop te verkrijgen, daar de kerk niet democratisch geregeerd wordt, en de opperherder het best weet, wat voor de zielzorg in deze of gene gemeente het beste is. Dat de bezoekers hun verzoeken zonder breedvoerige inleidingen en zoo kort mogelijk voordragen en het antwoord van de bisschop niet verminken bij het verder vertellen, is 'n plicht van het burgerlijk fatsoen en der christelijke oprechtheid. U nogmaals hartelijk groetend, spreek ik de hoop uit, dat U bovenstaand, summarisch antwoord zult opvatten als 'n noodmaatregel en het als zoodanig zult willen verontschuldigen. |
|