De Gemeenschap. Jaargang 8

[p. 196]

A.J.D. van Oosten
Kat in de sneeuw

Voor Dirk Coster.

De stilte heeft beweging aangenomen,
zij kent dit spel, maar weet niet: van wanneer;
er is iets dreigends gaande in de boomen
en in de struiken zijn geen vogels meer.

De heining is een scheefgevallen schaduw,
een sneeuwkruin helt over den krommen muur;
zij luistert scherp, de wervelingen slaan nu
hun werking terug in haar diepste natuur.

En, op een sterk instinct zich naar een hoek begevend,
graaft zij een schuilplaats; in haar lichaam gromt
een drift van eeuwen-her, in dit ééne uur herlevend,
nu over de oude tuin de groote Koude komt.