Verantwoording
Ofschoon ‘De Gemeenschap’ voor talrijke lezers op de eerste plaats de beteekenis kreeg van een strijdschrift, werd dit maandblad steeds geredigeerd met het inzicht, dat de overtuigingskracht van een geslaagd kunstwerk sterker en verderstrekkend is dan die van een geslaagd betoog. Het een sluit echter het ander niet uit en lang niet altijd wordt het betoog overbodig gemaakt door het kunstwerk. De grondslag van ons werkprogram is het katholiek beginsel, en dit is een strijdbaar beginsel, omdat wij leden zijn van de Strijdende Kerk, die gedurig bidt om de vernieuwing van het aanschijn der aarde. Op beslissende oogenblikken heeft het Katholicisme zich in de Nederlandsche letterkunde dan ook strijdbaar gemanifesteerd, niet alleen apologetisch, maar ook zoo noodig correctief. Wij zien geen redenen om met deze traditie te breken. Eerder integendeel.
Ons maandblad is sinds 1929 onderworpen aan de praeventieve censuur. Dit beteekent, dat ieder nummer, alvorens te verschijnen, nagezien en soms gewijzigd wordt door een priester, dien Z.H.E. de Aartsbisschop van Utrecht daartoe heeft aangesteld. Op een onzerzijds gedaan verzoek tot ontslag van deze praeventieve censuur, heeft Z.H.E. in overleg met het voltallige Nederlandsche Episcopaat weigerend beslist. Voor twee redacteuren, Chr. de Graaff en Lou Lichtveld, werd dit een reden tot het nemen van ontslag. Zij meenden niet langer verantwoordelijk te kunnen blijven voor den inhoud van een maandschrift, hetwelk, na door de redactie te zijn opgesteld, nog kans heeft te worden gewijzigd. Deze meening kunnen wij voor het onderhavige geval niet deelen.
Het aftreden der genoemde redacteuren sluit niet in, dat zij hun medewerking aan ons maandblad ontzeggen.
Wij hopen, dat de actie van ‘De Gemeenschap’ gesteund door het gebed en de geestdrift onzer lezers, vruchtbaar zal zijn, ook in 1932.
Ons werk is: te zaaien. God is het, die den wasdom geeft.