De Gemeenschap. Jaargang 7(1931)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 439] [p. 439] Pierre Kemp: Declinatie Toen stond ik tegenover Alles en Alles tegenover mij. Wij keken elkander héél lang aan. Alles had een wieg aan den arm en is zwijgend gegaan. Ik wil van geen wieg meer weten. Ik ben te oud, en ben het wiegen vergeten en niet meer stout. Had ik nog maar een kleinen naam, ik was weer in de wieg gegaan! Instinct Ik moet wel de nieuwe bladeren snuiven in zulk een lucht en zulk een licht en even met mijn laatste haren wuiven boven het buigen van mijn ouder gezicht. Ze kunnen immers dadelijk roepen van hierneven: Kom in het donker, achter het leven en wees nu dood! Waardeeringen Mijn masker draagt een één, zijn masker draagt een twee, haar masker draagt een drie en 't masker van God een zeven. Mijn cijfer wordt in den morgen blauw. Mijn cijfer wordt in den avond rood en is er geen licht, dan gaat het dood. Het cijfer van God blijft leven. Eigenlijk zijn wij maar lotelingen, die onder de sterren hun nummer zingen. Vorige Volgende