VI.
Dit zijn dan de voornaamste, onkatholieke bestanddeelen in de onwelriekende melange, die R.K. pers heet:
het vreemde geld van vreemd handelende adverteerders, dat belet, dat de katholieke krant voor onze evennaasten, die zulke adverteerders als patroon hebben, in de bres springt; het vreemde beleid, dat geestelijke raadslieden, ongeacht hun hooge, geestelijke posities, als reclameobjecten, sandwichmen gebruikt, en steun zoekt, waar leiding moest gegeven;
een manier van zakendoen, zooals dat een halve eeuw geleden onder liberalen gebruikelijk was.
Het Katholieke element in de katholieke pers wordt voornamelijk bewaard, gehandhaafd door die veelgesmade inkt-koelies, de Roomsche journalisten, die, hun wankele rechtspositie en hun vaak miniem salarisje ten spijt, minder ontvankelijk zijn voor den lokroep van het neutrale geld, dan hun patroons.
In zooverre zij trouw blijven aan hun Roomsch-Katholieke taak, in zooverre zullen ook de Kranten hun Roomsch tintje bewaren. Het is niet veel, wat ze kunnen doen, maar hun offers zullen beloond worden.
Want niet de schreeuwers, die hun giften annonceeren, zijn het, die offers brengen aan de Roomsche zaak, maar die menschen, die goed Katholiek blijven, ondanks het ‘voorbeeld’ dat het standaard-type ‘goede katholiek’ geeft. Het zijn zij, die goed Katholiek blijven en braaf voortleven van 'n klein percentage van 't hun toekomend salaris, waarvan de rest dient om hun bazen gelegenheid te geven tot die bijzondere weldadigheid, die reclame heet en om de hooge salarissen naar boven af te ronden van hen, die op meetings en vergaderingen getuigenis afleggen van den hoogen bloei der R.K. pers.
Dit is het, lieve lezer, wat ik U wou laten zien door de papieren vitrage van Uw R.K. krant. Het is misschien onbescheiden, zoo door de gordijntjes te gluren, maar er is erger kwaad, dan onbescheidenheid.......
v.O.