De Gemeenschap. Jaargang 7

[p. 166]

Jan H. de Groot
Stille omgang

In de nimbus van een onverklaarbaar licht
verschuift de lange rij van donkere mannen.
Ernstig houden zij hun denken gespannen
op een ver wonder, dat God aan hen heeft verricht.

Zij waren, allen in eenzelfde wil gevangen,
ten kruistocht opgegaan. Helder sprak hun gezicht
van Hem, die hun voeten had gericht
naar het Heilig Land van hun verlangen.

God, rond de wallen van Uw stad, in deze nacht
betrekt de stomme stoet een uitverkoren wacht.
En als de morgen daagt, zullen de muren vallen?

Tot uit de puinhoop van paleizen en van stallen,
Gij stralende verrijst voor hun verrukt gezicht.

Ik luister naar de tred van deze duizendtallen.