De Gemeenschap. Jaargang 6(1930)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] Djaja-atmadja vertaald door J.H. Bantam Goenoeng Karang - Poeloe Sari En de Zee - bewaren ons land. Batavia en de compenie haten wij Als de maannacht wit brandt. Pandeglang Boomen kreunen en de bedoeg roept wild, Van de Waringin buigen de takken Mannen lezen luid brommend de Koran Vuurrood komt de maan naar de aarde zakken Rangkas betoeng Aangevreten door Chineezen en blanda-huizen Is het schuw teruggedrongen Naar de oevers van de Tji Oedjoeng Tusschen breede dijken nauw bedwongen. Serang Het gras is vaal van stof. Flamboyants Grijpend schreeuwend ten hemel in Uit de bioscoop jengelt een deun Dichtbij straalt het heilig graf van Hasannoedin. Bantam Allah heeft dit wilde hart verworpen Dat te zeer brandde in zijn hand Maar hij zal 't weer nemen uit zijn vernedering O, Bantam, mijn geliefde land. Vorige Volgende