| |
| |
| |
Hagel
Met vrouw jansen op de trap.
Dit gaat over nummer 22912 van De Maasbode, het blad van Zondagmorgen 2 Februari 1930. Een krant met de Paus op de voorpagina en een foto van Weensche proletariërs in de laatste benedenhoek van het laatste blad.
Daartusschen beweegt zich de katholieke redactie op het pad der opportunistische en kapitalistische journalistiek, ten geestelijken bate van de oude en 20.000 nieuwe abonnees die in de naam van Christus zijn ingeschreven door de ridders van de Kruistocht.
Ik kan aan deze lectuur niet gewennen. Ik weet dat de Telegraaf een slechte krant is, en ik weet eveneens dat God de standen heeft gewild, Ik weet dat een dagbladdirecteur een ander inkomen heeft dan zijn krantenloopers. Dat zal nog wel eens anders worden. Maar dat de krantendirecteur zijn afval uit het raam op het hoofd van de krantenlooper smijt, is onbeschaafd en harteloos, Wie is die pater die elke week tegen het altijd nog even goddelooze socialisme en communisme predikt? Hoeveel honderd jaar geleden werd de brief opgesteld die jaarlijks vanaf de preekstoelen voorgelezen moet worden?
God heeft de standen gewild, zegt men, en ik verwacht de dag dat men zal ontdekken dat de beursraadgevingen, welke uit het Evangelie verloren raakten, nog ergens in Palestina zijn.
Deze Maasbode is een zuiver opruiend en kapitalistisch orgaan.
Uitsluitend bestemd voor beursspeculanten en renteniers, voor Rotterdamsche reeders en fabrikanten.
Dezer dagen komen weer overal de salarissen van het rijks- en gemeentepersoneel ter sprake. Lees een gewone krant: staking omdat het loon te gering is, overleg omdat de werktijden te lang zijn, collecte omdat de arbeidersjeugd crepeert aan tuberculose en ondervoeding, E.K.huizen om, minstens, de fabrieksmeisjes van de aanloop naar voorbehoedmiddelen en abortus af te houden, steunverleening aan zoo en zooveel duizend werkloozen. Wat deert dat De Maasbode, met twintigduizend nieuwe abonné's? Niets immers.
In dit blad staat een vrouwenrubriek. Lees die niet, vrouw Jansen, want met je acht kinderen, twee en dertig gulden weekloon en een huisbaas die De Maasbode leest en graag in de wind gaat met de beurstips uit
| |
| |
Rotterdam, heb je daar toch niets aan. Dat is alleen voor je vroegere mevrouw, waar je dochters God zij dank niet meer gaan dienen, en voor freule X.Y.Z., die je een gulden bracht toen je met open beenen lei. Niets voor ons soort menschen.
Een hoofdartikeltje over de vrede. Stommiteit op stommiteit, een zekere ‘Hellenen’, die met haar groote platte voeten leutert over ‘Vrede’. God zal ons bewaren, weer zoo'n schrijvend nummer, dat achter de waschtob moest worden gejaagd. Een ding alleen zegt ze goed, vrouw Jansen, ze zegt hoe jij ook mee kunt helpen aan de vrede, luister maar:
‘Maar de ware, echte, hoogstaande verstandige vrouw, zal dat alles weten te omzeilen en haar tea's, haar soirée's, dineetjes zullen juweeltjes zijn van innige gezellige intimiteit.’ Dus nou weet je dat, je moet omzeilen. Van jouw tea's vooral stel ik me veel voor, als Kees net uitgestempeld zal zijn, en je met je buurvrouw uit hebt gerekend, dat bij Albert Heijn de erwten twee centen het pond goedkooper zijn. Ja nou zit je met je handen in je haar, maar dan had je maar een abonnement op De Maasbode moeten nemen. De pater heeft je nog zoo gezegd, dat een Roomsche krant in je huis het halve werk is.
Wat moet je nou aantrekken als de heele trap op je jour komt? Die ouwe mantel waar Koos een jurk voor je uit heeft gemaakt? Mensch, dat gaat niet. Al is de mode nu volslank, en al heeft een moeder van acht kinderen moeite genoeg met de volligheid zonder om het slanke te denken, je moet toch met je tijd meegaan. Heb je het Bleu Regny pakje uit De Maasbode nog niet gezien? Een hooge taille met vlugge strikjes gegarneerd, terwijl een bolero-jakje een geheel nieuw idee aan dit costuumpje geeft? Te duur? Mensch dan moet Kees gaan speculeeren. 't Staat in het eerste blad. De beurs van New-York was gisteren wederom vast gestemd, dus je kan het rustig probeeren. Kraak je, dan kraak je. Licht verdient er een ander dan wat aan, niet? Wat zeg je? Ieder voor zijn eigen en God voor ons allen? Wat? Dat dat niet goed is? Dan ben je volmaakt in strijd met De Maasbode. Iedere goed geordende liefde begint met zich zelf? O, en nou jij weer.
Maar, om nou van een ensemble uit beige en kastanjekleurig tricot tweed te zwijgen, dat ik je had willen aanpraten, omdat het in De Maasbode staat, en omdat er zulk mooi vol beverbont op zit, weet je waar je eens op moet letten? Op de menu's voor deze week. Dat is zoo uit de keuken van de hoofdredacteur en zijn staf genoteerd. Wat denk je van gepaneerde kalfsoesters, schorseneeren, zalmsla en rijstpudding met abrikozen? Te duur? Ben je mal mensch, de Maasbode is toch juist nu een volkskrant geworden, en dan zou het er toch niet in staan? Ik heb mijn vrouw het menu laten narekenen van deze week, dat komt, met zes jongens, om in Roomsche stijl te blijven, op krap veertig gulden. Dat is toch geen geld? Macaroni met ham en kaas bijvoorbeeld, dat kan ik je aanbevelen van
| |
| |
hooren zeggen. Dat moet je eens aan de baas van je man voorleggen, die leest ook de Maasbode, en die zal best kunnen begrijpen, dat jullie dat ook eens willen proeven? En de manier, zie je, de manier.
‘Vandaag zoudt u kunnen volstaan met wat teruggehouden rauwe reepjes Chineesche kool. Op dat randje legt u hier en daar een plakje tomaat, en een plakje of partje hardgekookt ei, een tot waaiertje gesneden augurk, en wat kleine zilveruitjes, die u door 2 overlangsche insnijdingen tot kleine roosjes omgetooverd hebt.’
Wat een effect. En dan moet je Kees zijn servet eens zoo vouwen: ‘U vouwt het eerst in vieren (fig. I), daarna de smalle kanten naar binnen (fig. II).
Volgens de aangegeven stippellijn, vouwt U hoek a, op punt b, en hoek c op punt d. Fig. III is daarmee gevormd.’
De volgende week, dat is al aangekondigd, krijg je weer een andere manier, want tweemaal dezelfde vouw in je servet, dat is zelfs voor ons menschen niet om uit te houden. ‘Een weinig tijdroovend hulpmiddel, om de tafel een verzorgd en feestelijk aanzien te geven, is het vouwen van de servetten in aardige vormen. Onder dit hoofd zal gedurende eenigen tijd, elke week een andere wijze gegeven worden.
Begint u er vandaag al vast mee, dan krijgt u er tenslotte zoo'n handigheid en zoo'n pleizier in, dat u niet na kunt laten elke schoone servet, die u onder handen krijgt, in zoo'n gevalletje te (herscheppen) tot groote vreugde van uw huisgenooten!’
En van de Hors d'Oeuvre, (je spreekt het altijd verkeerd uit) moet je evenveel werk maken als pater Hermans. Altijd braaf hoor en grappig. Gewoon of je in retraite bent geweest voor fl. 15 dames uit de betere standen. Deze week verdedigt hij weer eens het priesterlijk kleed dat hij met zooveel stichting en waardigheid elke week op Zondagmorgen in De Maasbode draagt. Zulke vuile anticlericalen, die altijd wat van die Eerwaarde zeggen. Maar niks hoor, zoolang het Roomsche volk nog een ademtocht heeft, zal het zijn priesters hun pleiziertje gunnen. Laatst was er zoo'n onverlaat, die de priesters zelfs geen woning gunde, maar hij is fijn afgestraft. Als je begint met zooiets goed te keuren, is het eind niet te overzien.
Nee, vrouw Jansen, wacht nou nog even. Je aardappels? Mensch, wat een materialisme. Nou, ik zal je niet langer ophouwe, anders krijg ik Kees nog aan mijn hals. Maar nog even het Rosarium uit de Maasbode. Dat is een tuintje van wel-gekozen uitspraken. Iedereen die ze leest kan ze direct op zijn vrienden toepassen. Dat is de bedoeling van zoo'n rubriek.
Moet je hooren:
2 Febr. ‘Men kan meer zijn dan een ander, maar nooit meer dan alle anderen.’ Is dat nou niet eerlijk? Dat is nou juist waar de Maasbode om loopt te tandenknarsen, en ze durven zich zelf dan toch maar de spiegel voor te houden.
| |
| |
3 Febr. ‘Een kwade ondeugd kan men heden beter overwinnen dan morgen.’ Dat is meteen tot leidraad gegeven aan alle beleggers en renteparasieten die in De Maasbode advies zoeken voor een secure 9 pct. kloosterleening.
4 Febr. ‘Menschen zijn als standbeelden, men moet ze op hun plaats beoordeelen.’ Vandaar dat wij van Wijnbergen in het beton vast willen laten zetten, om hem rustig te kunnen bekijken.
5 Febr. ‘Bemint gij het leven, verspilt dan niet Uw tijd, want dit is de stof waar het leven van gemaakt is.’ En abonneert U dus op De Gemeenschap, die per maand nog minder pagina's heeft dan De Maasbode op een dag.
6 Febr. ‘Wie te veel vrienden heeft, bezit er geen enkele.’ Iets wat ons al jaren tot troost is geweest.
7 Febr. ‘Een goede daad prijzen, is er in deelen.’ Nu begrijpt U, dat de man die het jaarverslag van de Vincentius-Vereeniging maakt, zoo'n door en door goede kerel is.
8 Febr. ‘Spreek nooit over eigen geluk met iemand, die minder geluk kent dan gij.’ Dat slaat op het menu en de Moderubriek.
Vrouw Jansen is al weg. Ze is even bij de dochter naar ‘het radio’ luisteren tot Kees thuis komt. Als ik haar weer op de trap zie moet ik er toch eens vragen, hoe ze de KRO programma's vindt.
KUYLE.
| |
Als men parlementarier wordt.
Als men parlementariër wordt, vergeet men de bezwaren die men vroeger tegen het parlement had. Wij bedoelen dit volstrekt niet boosaardig, Max van Poll, maar het lijkt toch een beetje op het gedrag van Brutus, wanneer nu ‘De Morgen’ wordt gebruikt, om daar vele en lange artikelen in te plaatsen die betoogen, dat het werk van de Tweede Kamer zoo ingewikkeld is. Weet gij nog dat wij te Amsterdam waren - het was een avond zeer laat - en dat gij hebt gezworen, gezworen....
De Kamer ‘werkt snel en ze doet veel af, al wil het oppervlakkige gedaas van jongelieden, die zich niet de moeite geven de feiten en werkelijke toestanden te onderzoeken, het soms anders doen gelooven’. In een verhandeling over het aftreden van Primo de Rivera, in ‘De Nieuwe Eeuw’, heeten we dan nog eens ‘onze anti-democratische en anti-parlementairistische jeugd, die bedenkelijke teekenen geeft van volslagen gebrek aan staatkundig en rechtsphilosophisch inzicht’.
Wij kunnen dit bijna toegeven. Wij kunnen toegeven, dat we geen orgaan bezitten voor de wijze waarop het Parlement zijn staatkundige en rechtsphilosophische wonderwerken tot stand brengt. Wij deelen dit gebrek met velen. Aangezien men echter aan de vruchten den boom herkent, zou het misschien toch niet zoo dwaas te noemen zijn, dat gemis slechts kortstondig te betreuren
| |
| |
en tot de orde van onzen eigen dag over te gaan. Het is weliswaar niet te ontkennen, dat we bezwaar hebben tegen de wijze waarop kamerlid Q en kamerlid X zijn taak opvat, maar meer in het bijzonder geldt ons bezwaar het totaal van het stelsel, dat bijna geen enkele activiteit meer toestaat, welke niet door een menigte, een conglomeraat van lukraak als gelijk erkende personen is gesanctioneerd. Gij kunt u dan ook vrij beroepen op een vereenzaamde en waarlijk zonder rechtsphilosophische onderscheiding gehanteerde uitspraak van Sint Thomas, ‘dat zware lasten, opgelegd door een regeering waarin allen deel hebben, gemakkelijker worden gedragen dan zelfs lichtere lasten door een alleen-heerscher opgelegd’ - wij zijn zoo vrij daarin geen bewijs tegen onze opvattingen te zien, zoolang niet is vastgesteld hoe allen kunnen deel hebben. Sint Thomas afvlooien en subdivideeren kan iedereen, maar het heeft géén zin den tak van den stam te halen, en nog minder aan de blaadjes te knabbelen als de boom is ontworteld. Een dezer dazende jongelieden, die Kriton teekent en in het Annuarium der R.K. studenten een verhandeling schreef over ‘Thomisme en Democratie’, geeft u in dit opzicht een lesje, over de gansche linie. J.E.
| |
Artikel 177.
Uit de rede, door Prof. Gerretson in de aula der Keizer Karel Universiteit gehouden en afgedrukt in het eerste nummer van ‘Leiding’, nemen wij het volgende gedeelte over:
‘En het is in dit verband, dat het mij niet veroorloofd is, te zwijgen van de nationale oneer, die, naar mijn gevoelen, gelegen is in de handhaving van het ergerlijke artikel 177 der Indische Staatsregeling.
Een schande, die ik als volgeling van Groen te dieper voel, omdat ook en vooral de politieke richting, waartoe ik behoor, dit artikel mee helpt handhaven.
Geen opportunisme mag doen afzien van den onverbiddelijken strijd tegen dit artikel; de Grondwetswijziging 1922 had niet tot stand mogen komen zonder dat het VIe Hoofdstuk der Grondwet op het geheele Rijk toepasselijk was gemaakt.
Een Indië, waarin een nieuwe Xaverius zijn roeping niet vrij en ongehinderd zou mogen volgen tot in de verste uithoeken van den Archipel; waarin de boden van den Koning der Koningen moeten bedelen om toelating bij de boden van Nederland's zetbaas te Buitenzorg, is voor mij niet in den hoogen edelen zin een Nederlandsch-Indië. Eenigen tijd geleden vertoefde de Landvoogd op Bali, dat paradijs der aarde, waar elke propaganda, ook de meest verwoestende, wordt toegelaten en zelfs door landsdienaren wordt gevoerd, maar waaruit de missie wordt geweerd. In een redevoering tot de hoofden beloofde de behaagzieke pseudo-democraat, dat hij de bestaande zeden en religie tegen vreemde invloeden zou beschermen. En op een vraag in de Kamer naar de bedoeling dezer belofte, kwam het antwoord: dat de landvoogd niet meer wist, wat hij had gezegd.
| |
| |
Welnu, naar mijn oordeel was deze vraag geenszins een inmenging in de inwendige aangelegenheden van Indië, want niet de kerstening, maar de onbeperkte vrijheid den Christus te prediken, ook dat is, naar mijne overtuiging, een imperiale aangelegenheid bij uitstek.’
De voorzichtige schipperaars, die van opportunisme hun beginsel hebben gemaakt en met het vroom beveiligen van mysterieuze en nooitgenoemde ‘hogere goederen’ hoe langer hoe dieper in het moeras draaien, zullen waarschijnlik verrast opgekeken hebben bij het horen van deze stevige uiting. Was Van Wijnbergen aanwezig in de aula? Wij hebben niet gehoord dat hij gestorven is van schaamte. En onze Indiese specialiteit in het houden van de slag om den arm? Als het niet te laat was, zou hij van Gerretson kunnen leren wat een overtuiging is en de moed, om daarvoor openlik te strijden.
H.K.
In de M.v.A. betreffende de Indische Begrooting zegt Minister de Graeff, dat hij voor een voorstel tot intrekking van artikel 177 der Indische Staatsregeling het oogenblik nog niet daar acht.
| |
Utopia.
Er zijn buro's, die de verkeersongelukken, de vredesconferenties, de decoraties, het weerbericht en de stand der geldmarkt distribueren over de steeds meer groeiende en steeds meer overbodig wordende dagbladen. Die buro's doen een noodzakelik werk en stellen de leidende redakteuren in staat rustig gebogen te blijven over hun een-, twee- en driestarren, terwijl de jongste bediende, die volontair is, door de telefoon het materiaal aangevoerd krijgt om de krant in elkaar te zetten ten behoeve van de nieuwsgierige lezers en ten voordele van de aandeelhouders.
Godlof! Nu kan ook de leidende redakteur ontslagen worden en heeft de volontair niemand meer nodig om de onstoffelike gedeelten van zijn dagblad te verzorgen. Ons bereikte tenminste met één post een tweetal reclames van kopieleveranciers, die wijder grijpen dan het nieuwsbericht. Misschien is dit slechts voor òns tot nu toe onbekend en wisten de dagbladen al lang van dit loffelik werk. Bij nader inzien is er waarschijnlik druk van geprofiteerd en hebben mannen van geldopbrengende naam hun artikelen te danken aan 'n abonnement op een dezer buro's. In ieder geval is er niet de minste reden meer voor, dat buiten de volontair iemand gehandhaafd blijft. Wist u wat u voor ƒ 3.70 per week kon toegestuurd krijgen? Ik doe een greep uit de rijke voorraad:
A 4. Kunstschouw. |
A 14. Aphorismen. |
B 19. Godsdienst en Wijsbegeerte. |
B 29. Kamerkroniek (1ste en 2de Kamer). |
C 57. Symboliek. |
Of wilt u 'n andere samenstelling?
(Ook voor ƒ 3.70.)
| |
| |
A 2. Filmschouw. |
A 13. Geheimschriftrubriek. |
B 21. Paedagogisch Hoofdartikel. |
C 48. Reisbrieven uit diverse streken der wereld. |
C 56. Iris-diagnostiek. |
Er zijn veel meer mogelikheden. Het Populair Wijsgeerig Hoofdartikel. Het leven in de Hoofdstad. Boekenschouw. Theosophie. Kabbalistiek. Dames-rubriek.
Of voelt u meer voor De Orde der Rozekruisers? De Orde der Foresters? De Wurgers? De Geheime Politieke Genootschappen?
Dit is alles van slechts één firma. De andere doet het goedkoper en degeliker. U kunt krijgen o.a.:
Hoofdartikel, prijs ƒ 1.-.
Een goed doordacht, objectief, neutraal artikel, dat een actueele kwestie op internationaal politiek gebied op opbouwende wijze bespreekt. Wordt des Maandagsmorgens verzonden. Inhoud c.a. 750 woorden.
Of het Extra-artikel, prijs ƒ 1.-.
Een artikel van algemeene aard, helpend voor ieder, kwetsend voor niemand, met ernstige ethische, opbouwende strekking. Voor de feestdagen.
Of de schets, prijs ƒ 1.-.
Meestal een oorspronkelijk verhaal van den bekenden Sirolf.
En nog veel meer.
Ziet u niet, dat deze vernuftige instellingen het eind betekenen van Hen, die een weinig willen Rusten? Van de Kerstmis-, Pasen- en Pinksterfeest-voorgangers? Van de vele Casimirs? Van bijna alle geestelike leiders? Het buro vervangt. Het buro doet aan alles.
Niet alleen meer aan het kind dat ‘met kokend water telkens weer wordt overgoten’. Maar ook aan Wijsbegeerte en Politiek. U kunt dus grote veranderingen in de vaderlandse pers verwachten. Of neen, u zult van deze concentratie eigenlik niet veel bemerken.
En De Gemeenschap kan geregeld op tijd verschijnen. Wij nemen 'n abonnement. Als Helman 'ns rusten wil, huren we den bekenden Sirolf. En de jaarlikse verantwoording krijgen we voor één gulden thuis.
Tot slot: De buro's zijn niet hardvochtig. De afgedankte leiders behoeven niet te wanhopen.
H.H. Journalisten en Schrijvers, die werk van 1ste kwaliteit kunnen leveren en aan onze Instelling wenschen mede te werken, gelieven hun voorstellen in te dienen. De honorariumregeling is gebaseerd op een percentage van de zuivere opbrengst.
De uitkeering bedraagt gemiddeld 50 procent! H.K.
| |
Arme weezen, deftige regenten, voorname regentessen.
De weezen in het Maagdenhuis, dat sombere grafteeken onzer achttiende-eeuwsche beschaving op het Spui in Amsterdam, de weezen in het Maagdenhuis blijven waar zij zijn.
De weezen van het huis van Brienen, dat fraai gedenkteeken onzer renaissance-beschaving, verdwijnen nu
| |
| |
ook onder de schaduwen van het sombere grafteeken, het Maagdenhuis.
Moeder oversten en broeder oversten verzekeren mij, dat het beter ware, de weezen in een vroolijk, gezond, practisch en aangenaam gelegen huis buiten de stad onder te brengen: doch de regenten en regentessen wenschen zulks niet. De weezen zouden er mee gebaat zijn, en geld zou men na den verkoop der uiterst kostbare huizen nog veel overhouden: doch de regenten en regentessen wenschen zulks niet.
Aan den overkant van het IJ wonen inmiddels Franciscanessen met een groot aantal pleegkinderen. Deze pleegkinderen zijn zoo zuinig en gebrekkig ondergebracht, dat de stad Amsterdam weigert aan zulk een instelling subsidie te geven, omdat zij daardoor den schijn mocht wekken, zulk een wijze van behuizing goed te keuren.
Aan de eene zijde overvloed van geld, waar het niet noodig is; aan de andere zijde gebrek en kommer. Men vraagt zich af, welke de beweegredenen zijn tot de handel- en laatwijze der regenten en der regentessen. Waarvan deze aarzeling, het beste en het natuurlijke te doen? Is het buitenleven voor de wezen moreel gevaarlijker dan in Amsterdam? Brengt de aanschouwing van het land, de wolken en den dageraad hen tot het communisme? Zijn de sombere muren en zalen van het Maagdenhuis aanleiding tot bekeering en berouw? Moeten de kinderen gestraft worden voor het verlies hunner ouders?
Wanneer de mensch met zijn eindig verstand geen antwoord op een vraag vinden kan, denkt hij somtijds aan iets, wat mysterieus is. Is er een geloofsmysterie, dat regenten en regentessen tot hun handelwijze aandrijft? Dit is mij niet bekend. Het mysterie der naastenliefde dan? Dat zou een vreemd effect zijn. Is het de mystiek der heilige traditie? Maar zij rijden in moderne auto's, niet in équipages. Is het dan de mystiek der fluweelen zetels, de geheimzinnige bekoring der wapenschilden aan den wand, de vreemde trots een grafteeken in het midden der stad te bezitten?
De menschelijke dwaasheid is het grootste mysterie, als pendant van de goddelijke wijsheid.
Quem Jupiter perdere vult, pruis dementat.
Dat wil zeggen, dat deze leden van het regentengeslacht zich niet moeten verbazen, dat hun invloed met den dag verdwijnt. Een dergelijke dwaasheid in het beheer der openbare goederen is ondragelijk. Het is slechts de stomme kracht der aandeelen in de pers, die iederen schrijver den mond snoert. Zoo verbergt het gouden schild de dwaasheid van zijn drager.
T.S.
| |
Rectificatie.
In het artikel ‘Er is hoop’, in de vorige aflevering onder ‘Hagel’ opgenomen, werd verwezen naar een beschouwing over politieke en sociale vraagstukken in De Nieuwe Eeuw van 5 September 1928. Dit moest zijn 5 September 1929.
|
|