Albert Helman
Vol-zinnen
I Een lach
Somwijlen hoort men jonge vrouwen lachen wanneer ze langs gaan; en als lang reeds elk gerucht verstorven is, en amper nog een gelig licht brandt in de grijze mist, dan, eensklaps, lacht hun stem weer na, diep binnen ons, en schamper spottend: dat we in onze kamers bleven over boek en bruin vergaan schriftuur gebogen - en dan weer teeder en verlokkend: de belofte van een warme nacht die langer dan veel blauwe morgens duurt - en zachter, zachter eindelijk: een echo die versterft, een lach die binnen deze muren hangen bleef uit een verloren dag, van een vriendin die wanneer ook weer stierf....