De Gemeenschap. Jaargang 5(1929)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 383] [p. 383] A. Viruly: Reclame-verzen The new Edison Gebogen zit ik bij mijn haard En over open boeken staart Mijn oog blind in de schemering Om een oude herinnering: Wie zingt daar...? Mijn fountainpen ontglipt mijn hand, Ook Shopenhauer, fünfter Band; Een oude geur kwam aangegleden, Nu is de tijd teruggetreden. Wie zingt daar...? O, lieve stem, eens zoo vertrouwd! Nu ben ik groot, nu ben ik oud, En achter boeken neergezeten Moet ik je lief geluid vergeten. Wie zingt daar...? Laat mij mijn werk, mijn domme taak, Mijn moed voor mijn verloren zaak, Het lied is uit. Dom hart, houdt moed! Slechts weeke dwaasheid vragen doet: Wie zingt daar...? [pagina 384] [p. 384] Blue band. Voor H.M. ALBERTZ, kruidenier te Oudkarspel. God heeft ons heden versch gekarnd, De blauwe band van het geluk Hangt in den morgenwind te pluk; Het lentelicht heeft ons omarmd. Het blijde werk ligt voor ons klaar In 't schijnsel van Gods eigen dag. De wereld is één open lach, Hoe woog ons ooit een taak te zwaar? Welzalig is ons hart verwarmd! Aan blauwen band van sterk geluk Leidt God ons met een zachten druk, Hij heeft ons heden versch gekarnd En ons hard hart vrij onverveerd Als boter op Zijn brood gesmeerd. Vorige Volgende