De Gemeenschap. Jaargang 5(1929)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 298] [p. 298] Jan H. Eekhout: Aan Nan-King Naar Li-Tai-Po O Stad, Gij die zes Koninkrijken bloeien zaagt en vergaan, Drie boordvolle beekren ledigde ik, U deze verzen te wijden. Wel ken ik heerlijker gaarden dan de Uwe, doch, Nan-King, Uw heuvlen Zijn schoon als de trotsche borsten der vrouwen, die mijne oogen ginds gadeslaan. Hier, waar het gras armlijk tiert hebben vurige vorsten geboden; De dans-der-lente verrukte er zelfs den loomste der mandarijnen; Krachtige rossen stampten onrustig onder prachtig gepeesde krijgers: Thans toeven, ach Nan-King, Uw roemzuchtige heerschers en helden in 't stil Rijk-der-Dooden. Menschen, daden, - één ademtocht, en 't verzwindt in den stroom van den Tijd Gelijk de droevige golven der gele Jang-tse-Kiang-vloed die Traag henenvloeit naar de avondlijkscheemrende verte Om moede te sterven in de Zee-der-Eindeloosheid. Vorige Volgende