De Gemeenschap. Jaargang 5(1929)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 237] [p. 237] Willem ten Berge: Twee blauwe zonnen Twee blauwe zonnen die te zamen schijnen éen enkel wereldoverstroomend licht, diep uit een hoog en rozenteer heelal, je aangebeden, maagdelijk aangezicht, en klaarste spiegel van het allerschoonste Wezen - Ik ben er door uit mijn verdoolde droom op vleugelen, eensklaps, gansch in het wit verrezen, en opgevoerd naar deze onvermoede streken; 't is mij of ik een nieuwe taal moet leeren spreken, daar niets van al het vroegere mij bleef verwant: Niets biedt hier nog gelijkenis met mijn land, het zijn niet nog dezelfde, nu paradijselijke! dingen, die mij in mijner hand bereik, veel ruimer toch omringen, 't is overdag, onder deez' blauwe zonnen, niet meer dezelfde zon, 't is 's middernachts niet meer dezelfde koele maan, en ik zie gansch andere sterren aan deze hemel staan, de nachten, die door jou zuivere oogen klare dagen zijn, gelijk, des zomers, over de polen der aarde hangt een ononderbroken, breede zonneschijn - [pagina 238] [p. 238] Liefste, de bloemen, die rond onze voeten openbloeien, zijn uit de geurende handen der engelen neergezaaid, het is voor ons, dat deze nieuwe wereld draait, waarin alle stroomen van zaligheid tezamen loopen: O Meisje, hou je oogen eeuwig naar mij open! Vorige Volgende