De Gemeenschap. Jaargang 5(1929)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Leo Sluijs: Gesprek We zaten voor het even-open raam En kaatsten snelle woorden naar elkaar - Toen viel er tusschen ons opeens een naam, Die nam een vorm, en maakte een gebaar! Wie zag den lok-lach en de dreiging niet...? Wij spraken verder in een vreemden ban. Weer dacht ik aan het oude, wreede lied: Dat men de waarheid toch niet zeggen kan. - Maar de één hield een verdwaasd requisitoir, Redeneerzuchtig en vol fel verwijt. Hij dreef meedoogenloos zijn visie door En had voor d'ander aandacht noch respijt. - Deze deed of hij alles wèl verstond: Het woord van hoon.., de nieuwe stem van haat.., En zeide een afscheid met een doode mond: ‘Ik ben zoo moe, adieu, het is al laat...’ Vorige Volgende