Zwijgende hebben sommigen het mysterie bedoeld; sprekende is niemand verder gekomen dan 't verhaal van aantrekking en afstooting, 1e frottement des épidermes, met het besef dat een versnelde hartslag niet het tempo aangeeft van 't waarachtig leven. Boven onszelf uit vinden twee elkander in een ernst die nimmer ophoudt, omdat deze ernst ingeschakeld is in de verantwoordelijkheid welke heel de schepping schraagt.
Daaronder weten wij het alledagsleven, en ons nederig bedrijf, wij toch, ‘im himmlischen Netz verschlungenen Thiere.’ Wij kregen een leven te verspelen, en de lust tot het spel. Zooals de wijn de dronkenschap verbergt en het vernuft, zoo is ons bloed ook rood van de roes, en weet niemand die het bewegen dezer lichamen gadeslaat, van de wil die verspeeld wordt, en de wil die behouden bleef.
Het spel is interessant genoeg - symboliseert het niet alle vorm van leven? - en het is gevaarlijk bovendien, want niemand die zichzelf niet trachtte te vergeten in dagdroomen en die niet duizelde bij 't ontwaken ... Terwijl de observatie juist ontnuchtert, en bij dieper dóórzien plotseling ontdekken doet: hoezeer wij spelen op een lager plan, en al ons spelen waardeloos is bij het mysterie dat het huwelijk is als wil van twee....
Het maakt dan niets meer uit of iemand poëzie vond in het geestig spel van tasten en ontglippen, en of hij werd geroerd omdat de oogen meer nog vragen dan de mond te zeggen durft. In alle dingen is er poëzie, in elke orde is de werkelijkheid ontroerend en als waarheid schoon. Verheerlijk ook het leven, en het zaad en moeder aarde, bejubel als het lente is de phallophoren, maar geloof niet dat gij raakt wat Huwelijk is, wat onbezingbaar blijft, wat zelfs door filosofen slechts zelden werd benaderd. (Ik bedoel o.a. Schopenhauer Parerga II § 167).
Zoo zijn de Carmina Matrimonialia van Pierre Kemp, bij al hun treffende literaire kwaliteiten niet meer dan een epischslyrische illustratie bij dr. van de Velde's handboeken; een gevoelige, maar anecdotische toelichting van aantrekking en afstooting binnen de gewettigde omheining die men doorgaans ‘huwelijk’ noemt.