Korte aanteekeningen over literatuur
Henk Kuitenbrouwer:
III. Dr. Jules Persijn.
Hoeveel malen zou hij, bij eeuwfeest en herdenking, anderen gul en spontaan gehuldigd hebben? Hij stond altijd klaar; hij wist immers, voor iemand er aan dacht, wanneer precies de dag was, waarop Pool of Spanjaard of Rus of Noor, aandacht verdiende? En nooit was 't 'n kort beleefdheidswoordje, dat slechts ontstond door 'n smekende brief van 'n hulde-verzamelende redaksie. Nu, onverwacht, is hij zelf aan de beurt. Jammer alleen, dat zijn stem ontbreekt. Wie zal hem kunnen beschouwen, zooals hij 't, diep en aandachtig, anderen heeft gedaan?
Na de kortelings gehuldigde, somber-prachtige figuur van Karel van de Woestyne, bewijst nu weer de zo anders gerichte en begaafde Persijn de levenskracht en -waarde van 't Vlaamse ras. De wonderlike, sterkende verschijning van de man, die boven alle bittere twijfel van de tijd z'n geest en hart vruchtbaar hield; die, door alle harde moeiten van zijn leven heen, lenig en jong bleef en vol driftige, dorstige aandacht. Bij hem geen gemakkelik optimisme, dat langs de realiteit loopt en zich niet wonden kàn tot vertwijfeling, niet de eenzijdig-besloten bezigheid in verstandelike, analyserende vakstudie, waar geen lastige zijwegen lokken, maar de taaie karaktervastheid, die overwint, het bezielende, bindende inzicht, dat richt en verheldert voor velen; de toegewijde arbeid, die anderen dient.
Z'n werkkracht is legendaries. De ‘honderd boeken’, gevolgd door ‘millioen boeken’, waarmee Papini z'n auto-biografie schetterend opende, werden bij Persijn waarschijnlik werkelikheid. Maar hij làs niet alleen, in durende, ondoofbare harsttocht; hij zag samenhang en onderscheid, peilde krachten van op- en neergang. Uit alle tijden en talen vonden de boeken hun weg door zijn hoofd en hart. Hij redigeerde, levend en luisterend naar alle