De Gemeenschap. Jaargang 4(1928)– [tijdschrift] Gemeenschap, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 154] [p. 154] Willem ten Berge: Het uiterste uur Dan, als wij ons leven hebben bedreven, en in een laatste, blinkende lied, het heerlijkste van het ander gebied en het deerlijkste van onszelf is onthuld - voorgoed en eenzaam omringd met de schaduwen van wat de dubbele diepte, ik en het Andere, diep had vervuld - als wij alles zullen hebben geschreven, het trekken der sterren, het geuren van haar, het bloeiende sterven der bloemen, en wij nog het Laatste willen noemen ... en geen mensch die ijle zinsnee verstaat, omdat ons stervend stamelen, vreemd neuriënd, in de tongval van het Ander Gewest overslaat: dan bloeien hieromlaag nog de bloemen, dan branden de sterren, wild. en klaar, dan waaien om het hoofd van een meisje weer stroomen welriekend haar. Vorige Volgende