den uitgezongen of uitgeschreeuwden strijd van den mensch met zijn muzikaliteit! Men noemt dit romantiek en een Prometheus als Beethoven mag men er ten eeuwigen dage om liefhebben, maar het is en blijft een tragedie, een beeld van machteloosheid.
Vindt de moderne componist niet juist de eenvoud? Neen, hij doet slechts aan psycho-analyse en vindt het materiaal in plaats van de muziek en den dood in plaats van het leven. Hij doet aan bespiegeling; niet om muziek te hooren, maar om een product van muzikaliteit te maken. Hij vreest het eindelooze gebied, welks grenzen wij niet kennen en waar de schoonheid geboren wordt; hij gelooft niet, want hij weet wat hij weet en meent in blindheid dat weten vruchtbaar en toereikend is. Het was sinds jaren te voorzien dat dit felle raffinement zou leiden tot een soort muzikaal ascetisme, waaraan alle liefde vreemd is. Zoo volgen wij steeds de tragedie der eigendunkelijkheid, die volkomen afhankelijkheid met zich brengt en toch juist de vrijheid beloofde!
Jarenlang heeft men Bach, Haydn en Mozart beklaagd om hun maatschappelijke slavernij, om hun plichtmatigen arbeid, om hun bestellingen. Men vergat dat dit hun eenige afhankelijkheid was. Zij gaven zich in allen eenvoud gewonnen aan de muziek en deden als kinderen hun plicht. Het resultaat was nooit zoo beklemd, zoo nerveus, zoo precieus en pretentieus als een werk van Schönberg, die zijn volle vrijheid heeft, dat wil zeggen, door de muzen aan zijn lot is overgelaten. Het zou de moeite waard zijn eens te onderzoeken of de beste werken niet altijd ‘op verzoek’ gecomponeerd zijn. De vurigste hevigst-bewogene en sterkste muziek schreef Chopin in zijn Etuden, waarbij hij zichzelf te voren de plicht eener bepaalde pianistische moeilijkheid oplegde. In dit geheim school concentratie en vrijheid idiëel te samen. De moderne componist (de Schönbergianen zijn er de zuiverste voorbeelden van), zoekt nu alleen nauwkeurig, maar angstig zijn volledigste discipline in zijn muzikaliteit, vergetende dat zijn muzikaliteit niet te gebieden maar te gehoorzamen heeft. En de vervulling der innerlijkste, der magische eischen is de werkelijke ontplooing der geestelijke vrijheid.
Het is ook zeer merkwaardig dat de meeste moderne componisten hun nieuwe systemen in practijk brengen met het afgebroken verwarde materiaal, waarvan zij zelf eerst de harmonische waarde hadden ontkend. Daardoor missen de systemen (hoe uiterst gewichtig de verschijnselen op zichzelf ook zijn) alle positieve macht. De atonaliteit en de pluritonaliteit verschillen als waarachtige muziekproducten niet van elkaar daar zij beide afhankelijk zijn van de interne