Jonge architectuur
Wij bezinnen ons op het elementaire van onze levensverrichtingen, wij, die in een razend tempo moeten leven, dat geen enkele andere periode zoo gekend heeft. Hoopvol, dat onze dreunende massa's niet verstompt zijn en toonen de eenvoud van hun levens te willen wijden met een passend hulsel. Natuurlijk geeft daarom de door zijn tijd bezielde kunstenaar een vorm, van uiterste eenvoud, rythmisch en gedisciplineerd. De anderen, de dolenden, begrijpen dit kader niet, voelen niet dat dit levend is (als tenminste een kunstenaar schept) en beschuldigen van toepassing van recepten. Maar èlke stijl heeft een recept, het vormschema dat de tijdgeest uitdrukt, de vanzelfsprekende basis; die schema's zijn aan tijd gebonden, maken plaats voor nieuwe en lijken dan misschien een carcas, maar wat bewijst dit tegen het schema? Laten wij blij zijn indien zooals nu, eenzelfde schema overal verschijnt, en toch vooral, omdat er kaf komt, (welke richting bleef zonder?) het koren niet laten verrotten. Wie werkelijk de atmosfeer van een hedendaagsche kunst wil begrijpen kan beter zien naar de stroomende massa's in onze miljoenen steden, dan naar de resten van Italië van eeuwen geleden. Er is een middenweg tusschen gebrek aan zelfvertrouwen en teveel aan zelfvertrouwen; maar onze tijd heeft dien weg nog niet gevonden.
Willem Maas bezon zich op het wezen van een groote boekenwinkel; beneden een zéér groote uitstalling van boeken, waar de mensch, door geen versiering afgeleid, het rustigst en het best bereikt zijn doel: het vinden van een geschrift op het terrein zijner belangstelling; dit zoeken is een ernstig werk en Maas toonde een sterk inzicht en groote zelfbeheersching door zoozéér de boeken als eenig hoofddoel te behandelen; overzichtelijk en gemakkelijk bereikbaar zijn zij neergelegd of in de wandkasten gezet. Natuurlijk op een wonderlijke wijze, die de idee adelt tot kunst. En door dit wonderlijke (waarom wordt deze hevigheid en diepte toch altijd romantiek genoemd?) zijn deze soberheid, ernst en eenvoud het tegendeel van armoede en dorheid. Boven de winkel zijn twee verdiepingen met ieder drie woningen; het is een hoog gebouw aan een smalle straat; daarom gaf hij de vensters een sprekende vorm opdat de gevel, aldus rythmisch geleed, de straat niet zou drukken. De etalage zuigt den voorbijganger naar zich toe; de luifel beveiligt tegen regen. De kleur der steen is blijgeel; het werk van Maas heeft iets blij's, iets ernstigs, iets harmonisch, iets rustigs en iets schranders.
S. VAN RAVESTEIJN.