Gedachten over architectuur.
I.
De mensch heeft, tot behoud van zijn lichaam in den strijd met de elementen, behoefte aan een omgeving, die hem doelmatig tegen schadelijke invloeden beschermt. Omdat de mensch een bezield wezen is kan hij deze doelmatigheid niet als eenige eisch blijven ondervinden. Was de omgeving, waarin hij zich beveiligde tegen ongewenschte invloeden, wel-gekozen, dan zal hij zich in die omgeving gaan verheugen en er is tusschen die omgeving en den mensch een verhouding van geestelijken aard ontstaan. In dit stadium wordt de behoefte geboren, op de bewust-gekozen plaats een eigen stempel te drukken. De mensch ontworstelt zijn omgeving aan de natuur door haar op eigene wijze te kenmerken, in den beginne met zeer eenvoudige middelen. De materialen daartoe ontneemt hij aan de natuur, maar hij wendt deze op zijn eigen, menschelijke wijze aan. Door de hierbij verworven vaardigheid kan hij er toe komen, in een volgend stadium, betrekkelijk onafhankelijk van de natuurlijke gesteldheid van het gekozen terrein, met de hem vertrouwd geworden materialen een be-huizing te scheppen. De opgedane ervaring zal hem drijven tot het aannemen van vaste beginselen voor zijn werkwijze en voor zijn vormgeving. Zich verheugend in de uitwerking van die beginselen zal hij het persoonlijke, het karakteristieke van zijn ‘stijl’ cultiveeren. Ervaring noopt hem ook, naar steeds solieder, draag- en spankrachtiger materiaal om te zien, waarvan hij de mogelijkheden zóó goed leert kennen, dat hij nieuwe verbindingen en constructies weet te scheppen. De mensch is architect geworden.
Het grondbeginsel van de vormgeving in de architectuur moet dus zijn: aanpassing bij de behoeften van den tijd en de streek, waarin de mensch, die deze architectuur maakt, en de menschen voor wie zij bestemd is, leven. Dat deze behoeften zoowel van geestelijken als van materieelen aard zijn volgt uit de natuur van den mensch. Dit beginsel laat alle ruimte aan de ontplooiïng van individueel leven, maar houdt een veroordeeling in voor ieder, die zijn persoonlijke beleving ondergeschikt maakt aan den dienst van een willekeurig-gekozen, vormelijk schema.
J.E.
W.M.