Geldersche volks-almanak voor het schrikkeljaar 1884(1884)– [tijdschrift] Geldersche volks-almanak– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Geldersche geschiedenis en letterkunde. [pagina 57] [p. 57] Het halve eeuwfeest. Door H.M. Werner. Vijftig jaren zijn vervlogen, toegevoegd aan 't groot verleên, Gelder! dat uw schreden kenmerkt, op de baan door u betreên, Op den weg van eer en glorie, die ons tot een rigtsnoer blijft Van ons werken en ons streven, van hetgeen ons spoort en drijft. Hoeveel schoons uit dat verleden, hoeveel stof ontrukt aan 't stof, Werd er sints niet opgezameld, en bekend, opdat uw lof, Ridders, helden, dappre vad'ren! door het dankbre nageslacht Zij geroemd en zij geprezen, en de huld' u toegebragt [pagina 58] [p. 58] Van den nazaat, die bewondrend 't oog slaat op uw groote daân, Die voor altijd in d'historie roemvol opgeteekend staan. Is 't wonder dan, dat wij, met dankbre blikken staren Op u, getrouwe gids! die in dat tal van jaren Met onbezweken trouw ons leidde aan uwe hand Door 't schoonste lustpriëel, door 't bekoorlijk Gelderland? Die jaar op jaar den roem van 't wakkere voorgeslacht Ons schilderde voor 't oog? en uit den somberen nacht Der lang vervlogen eeuw de schimmen deed verrijzen Der helden, die g'ons steeds ten voorbeeld aan kondt wijzen, Van Gelders zonen, die hun dierbaar Vaderland Met fieren arm hielden uit 's overweld'gers hand? Gesteund door menig Gelderschman, die kwistig zijn talent, In dicht of ondicht opgesteld, gegrift in schrift of prent, [pagina 59] [p. 59] Ten beste gaf voor 't heerlijk doel, dat van den aanvang af Door u werd in het schild gevoerd en u bezieling gaf, Betraadt g' uw weg met vasten tred, en waart g' in Gelderland: Een trouwe vriend, die ieder jaar den ouden vriendschapsband Steeds naauwer sloot met nieuwe kracht; die telkens meer en meer Het groot verleden van dit land, de lessen van weleer Ontplooide voor 't begeerig oog, zoodat ons iedren dag De neveldamp steeds dunner werd, waardoor men eertijds zag. Wanneer eens in den duistren nacht, die d'eeuwen nog omhult, De zon zal doorgebroken zijn en onze wensch vervuld, Dan worde ook u de krans gevlochten om de slapen, De kroon gezet op het hoofd, tot Gelders eer geschapen; Dan juiche het gansche volk, dan jubele Gelderland, [pagina 60] [p. 60] En zinge het hoogste lied, de harpe in de hand, Tot eer van u, mijn vriend, die door veeljarig streven Het dierbaar Vaderland zijn roem hebt weêrgegeven! Schrijdt voort dan op uw weg, wees moedig, krachtig, sterk, De eer aan 't eind der baan bekroon' uw gansche werk! Amersfoort, April 1883. Vorige Volgende