De gekroonde Utrechtze vreede, of Nederlandze Vreugd Godin(1718)–Anoniem De gekroonde Utrechtze vreede, of Nederlandze Vreugd godin– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Herders Vryagie, En Bruylofts Lied, tusschen Leander en Flora. Voys: Ik Vryden een Meysje teer. Leander. LIef ik sie de Morgen Son, Steekt het hoofd al uyt de Baren, Laet ons hier aen deze Bron: Onze Schaepjes doen vergaren, Komt myn Flora waerde Bruyd, Hoord het Nachtegaeltje Fluyt, Laet uw Schaepjes in het Kruyd. [pagina 15] [p. 15] Flora. Wel Leander ’t is noch tyd, ‘k Heb myn Stal al gaen ontsluyten, Ik heb uwe Komst’ verbeyd: Om myn Vee te dryven buyten, In de groene Klaver Wey, Door de Bossen, Berg en Hey, In deez’ aengename Ty. Leander. Ia myn Lief zyt onbeschroomd Laet ons gaen langs deze Beeke, Onder ’t Bladerryk Geboomt’, Onderwyl van Liefde spreken, Gy weet dat ik lange tyd, U myn Flora hebt Gevryd, Met een hert vol trouwigheyd. Flora. Ik weet dat uw trouw gemoed, Myn steeds liefde ging betoonen, Ik sal u myn Herder zoet, Weer met Wedermin beloonen: Als gy myn aenbied uw Trouw, ‘k Sal uw helpen uyt de Rouw: En myn voegen tot uw Vrouw. Leander. Flora daer ’s een Diamant, Wilt die dan op Trouw ontfangen, Steektze aen uw Rechterhand, Lief ik kus uw Rooder Wangen, En uw Honing zoete Mond, Uyt oprechte liefdens grond, Tot onz’ Echte Trouw Verbond. Flora. Ik sal op het selfde pas, Voor myn Lief Leander vlechten, Eenen Krans van jeugdig Gras, En die op syn Hoofd gaen hechten, Dan sal ik die groene Kroon, Cieren met veel Bloempjes schoon: Dat hy schijnd Appolloo’s Soon. [pagina 16] [p. 16] Leander. Nu dat ik de zoete Min, Van myn Flora mach gebeuren, Sal ik ook met hert en sin: Op myn Riet een Deuntje neuren: Met een Muzikael geluyd, Voor myn Lief en waerde Bruyd, Dat het door de Velden stuyt. Besluyt. Komt gy Herders van het Woud, Met uw Nimphjes vol manieren, Yder wenst te zyn Getrouwd: Wilt onz’ Bruylofts Feest vercieren; Slacht een Lam van ’t vetste soort, Eet en Drinkt so dat behoord: Maekt te saem een zoet Accoord. Vorige Volgende