Een geheel nieuw liedeboek van het roosje
(ca. 1796)–Anoniem Geheel nieuw liedeboek van het roosje, Een– Auteursrechtvrij
[pagina 43]
| |
Wys: Kuipertje vol jaloerse pyn.1.Liefde die het al verwind,
Raak myn Cloris eens het harte,
Dat zy Damon houd voor vrind
En geneest zyn boezemsmarte,
Die hem schier ondraaglyk zyn,
Ach verlos hem van de pyn.
Immers is het in myn magt
Spreekt uw goedheid 't is volbragt.
| |
2.Wist ik niet dat ik haar kon
Door de trouw gelukkig maakon,
Dat ik zweer by maan en zon,
Door de welstand van myn zaken.
Nooit dwong ik dat schoone beeld
't Welk in myn gedachten speeld,
Dat zy haar my overgaf,
Niet tot zegen, maar tot straf.
| |
3.Schaapen heb ik menigvoud,
Rundervee en schoone paarden,
Hoe veel akkers, ryk bebouwd,
Staan op een onschatbre waarde,
Hoe veel meiden, hoe veel knegts!
Is het dus wel averegts
Dat ik haar om weermin smeek
Die alleenig my ontbreek?
| |
[pagina 44]
| |
4.Vader, Moeder van dien schat.
Broeders, Zusters, zagen 't garen
Dat ze als Bruigom my omvat
In het prilste van haar jaaren.
Want zy kennen myn gemoed
En huishoudelyke stoet.
Daarom, Hemelsche Godin,
Buig haar hart tot wedermin.
| |
5.Ik beloof u dank-outaar,
Twee paar van myn schoonste duiven,
Tot een offer, jaar op jaar,
Fraai gecierd met groptsche kuiven,
Haar deswegen?, hoor myn beê,
Maak myn Cloris zo gedwee,
Dat z'haar schenkt aan my ten Bruid,
En myn jammer word gestuit.
| |
6.Een van 't Vaderlands gehucht
Daar gy in zyt opgetogen,
Laat toch d'edle vryheidszugt
Damon in uw ziel verhoogen,
Dat hy zyn geregeld heil
Bind aan wet, aan maat en peil.
Cloris dierbaar Landjuweel,
Ach schenkt Damon uw geheel.
|
|