't Geestelijck kruydt-hofken
(1631)–Anoniem Geestelijck Kruydt-hofken– Auteursrechtvrij
[pagina 194]
| |
Op de wijse: Verheucht u doch met my.O Liefste Iesu soet,
Ga naar margenoot+Die mijn ziel hebt vercoren,
Ga naar margenoot+Bestraelt doch mijn gemoet,
Met uwer liefden gloet,
En my u gracy doet,
Ga naar margenoot+Neemt my in u behoet,
Soo werd ick niet verloren.
Ga naar margenoot+Eeuwighe klaerheyt schoon,
Ga naar margenoot+Met een lieffelick wesen,
‘Is rontom uwen troon,
In u Hemelsche woon,
Ga naar margenoot+Maer hier is onsen loon,
Ga naar margenoot+Verachtingh, smaet, en hoon,
Och wilt ons doch genesen.
Ga naar margenoot+Ons ziel ghestadich lijdt,
Want s’u niet mach aenschouwen,
Daer toe ghevoeltse strijt,
Ter werelt breet en wijt,
‘t Welck haer dickwils doorsnijt,
Ga naar margenoot+Haer toeverlaet ghy sijt,
In alle haer benouwen.
Ga naar margenoot+Als in een eensaem wout,
Sit sy deerlick verschoven,
Ga naar margenoot+S’en soeckt silver noch gout,
Noch watmen hier aenschout,
Ga naar margenoot+Nochtans wertse benout,
Met liefde haer bedout,
So machs’ u stadich loven,
| |
[pagina 195]
| |
Ghy zijt haer medecijn,Ga naar margenoot+
Sy heeft naer u verlanghen,
Mochts’ altijt by u zijn,
En smaecken uwen wijn,Ga naar margenoot+
Cleyn achte sy haer pijn,
Want door u soet aenschijn,Ga naar margenoot+
Can sy veel troost ontfangen.
|
|