't Geestelijck kruydt-hofken
(1631)–Anoniem Geestelijck Kruydt-hofken– AuteursrechtvrijOp de wijse: De lustelijcke Mey, &c.Begeerte ghy brenght der zielen pijn,
En doet dat hert bedroeven,Ga naar margenoot+
Dus weet ick geen beter medecijn,Ga naar margenoot+
Die my best sou behoeven,
Dan dat de mensch ghelaten waerGa naar margenoot+
Hem selven versaeckt gantsch en gaer,
En hadt een goedt ghenoeghen,
Soo soudt den tijdt wel voeghen.
De tijt die brenght de roosen voort,
Alsmense can verwachten.Ga naar margenoot+
Dus blijft in u selfs onghestoort,
En bedwinght u ghedachten,
Verbeyt den tijdt met lijtsaemheyt,
En maeckt u quade begeerten quijt,
| |
[pagina 44]
| |
Stelt alle dinck in reden,
Weest met den tijdt te vreden.
Geen meerder vreught en can daer zijn,
Ga naar margenoot+O menschen wilt dit vaten,
Ga naar margenoot+Dan die in blyschap en in pijn
Can staen even ghelaten,
In gheluck en in ongheval,
In honigh en in bitter gal,
Als hy maer is te vreden,
Dan heeft hy wel ghestreden.
Maer valt hy in eyghen gequel,
Kan hy sijn sinnen niet dwingen,
Hy bereyd hem selven hier de Hel,
Sijn vyanden hem omringen.
Ga naar margenoot+Vol onrust is hy t’aller tijt,
Daer med’ hy teghen hem selven strijt,
(Bedroeft in sijn gedachten)
Waer zijn dan al sijn krachten?
Ga naar margenoot+Is hy dan niet verwonnen heel,
Al van sijn eyghen knechten?
Daer over hy soud’ doen beveel
Die komen over hem rechten.
Ga naar margenoot+Dus raed’ ick elck dat hy Heer zy
Over sijn gemoed, en worde vry,
So mach hy triumpheren,
Tot ruste hem gaen keeren.
Met den Prince stelt u in ‘t velt,
V self leert overwinnen,
V vyanden worden u hier vertelt,
Dat zijn u boose sinnen:
Ga naar margenoot+V eygen wil, u eyghen raet,
V boose begeerten en lusten quaet
Als ghy die kond bedwingen,
Dan meught ghy vrolijck singen.
|
|