Een geestelijck liedt-boecxken(1616)–Anoniem Geestelijck liedt-boecxken, inhoudende nieuwe liedekens– Auteursrechtvrijinhoudende nieuwe Liedekens, nu anderwerf ghedruckt, verbetert ende vermeerdert met eenige nieuwe Leysenen, nae ghelegentheyt der Hooghtijden Vorige Volgende [Folio K1v] [fol. K1v] Een Leysen, Alst begint.Een Kindeken is ons ghebooren In Bethlehem, Van Godt belooft te vooren Nae die Propheten sterm. Oft, Dat viel een Hemels dauwe. Oft, O Godt al van der minnen. AL die op Aerden leven, Weest nu met ons verblijdt, Een Soon is ons ghegheven Met lof ghebenedijdt. Hier onsen Heer der Heeren, Eendrachtigh al ghelijckk, Met vrolijck jubileeren, Godt in sijn gaven rijck. In soete jubilaty Eendrachtigh met accoort, Door innigh contemplaty, (In den begin was 'tWoordt) Vwe herten verhevet Boven int Hemelrijck, Godt glory en lof ghevet, Is in sijn gaven rijck. Die Herderkens ten velden, Omscheen een schoonheyt clear, Als Gods Enghelen melden, Met soet gheluyt aen haer, In Bethlehem gaet soecken, Eendrachtigh al ghelijck, V Salighmaker in doecken, Godt in sijn gaven rijck. [Folio K2r] [fol. K2r] Dat woordt heeft aenghenomen, Des Menschen sijn natuer, Dat hy nu doet vertoonen, Sijn Vader t'aller uer, Gods Enghelen die songhen, Glory in Hemelrijck, Looft hem met alle tonghen, Godt in sijn gaven rijck. Glory sy openbaren Al met een soet gheluyt, Godt sal hier mee verclaren Sijn Lief, sijn Schoon, sijn Bruydt, De Bruygom schoon van wesen, Die roeptse al ghelijck, Comt siet, mijn Bruydt ghepresen, Godt in sijn gaven rijck. Princen wilt niet begraven, Hier u ontfanghen pont, Maer brenght mee by u gaven Door aendacht in u gront, Tsal Godt soo wel behaghen Boven int Hemelrijck, Wilt Gout, Myrrhe, Wieroock draghen Godt in sijn gaven rijck. Vorige Volgende