Een geestelijck liedt-boecxken
(1616)–Anoniem Geestelijck liedt-boecxken, inhoudende nieuwe liedekens– Auteursrechtvrijinhoudende nieuwe Liedekens, nu anderwerf ghedruckt, verbetert ende vermeerdert met eenige nieuwe Leysenen, nae ghelegentheyt der Hooghtijden
[Folio H2v]
| |
Een Geestelijc Liedt:Op de voys: Van den uyl,
| |
[Folio H3r]
| |
Diep in sijn ziel van binnen
daer Godt hem in verlichten moet
Sal hy te rechte vinnen.
Die Enghelen in' sHemels throon
die sullen haer verblyen
die Godt, om Godt dienen haer loon
Van als ghebenedyen.
Voorwaer tis alle blijtschap waert Ga naar margenoot+
die Godt dit heeft ghegheven
dat in sijn Gheest hem openbaert
Gods liefste wil verheven.
Sijn hertgen en ghevoelt gheen pijn
Van minne sijnde droncken Ga naar margenoot+
Tis mijn Lief mijn, en ick de sijn
Al door de min gheschonken.
Oorlof Princen in desen Feest, Ga naar margenoot+
V hertgens laet ontspringhen,
Vereenicht sijnde met Gods gheest
Voor Godt suldy wel singhen.
|
|