Geestelijcke harmonie(1637)–Anoniem Geestelijcke harmonie– Auteursrechtvrijvan veelderley ende uytghelesene soo oude als nieuwe Catholijcke Kerckelijcke Lofsanghen, Leysenen ende Liedekens, op die principaelste Feesten en getijden des Iaers, die men in’t Vorstendom Cleve by den Catechismus singht Vorige Volgende LXXIX. Ionck-vroulijcke Swaen. Vande H. Moeder en Maget Maria. Ave maris stella. Ave Zee-sterne clear, Moeder Godes verheven, Des Hemels poort voorwaer, Reyn Maeght oock gebleven. Sumens. Neemt wt des Engels mont, Die groetenisse soet, Geeft peys in dese stont, Verandert Eve boet. Solve. Loft op der sonden bandt, En verlicht die blinden, Drijft dat quaet van ons handt, En doet dat goede vinden. Monstra. Toont dat ghy Moeder sijt, Van ons hier beneden, V Soon gebenedijdt, Ontfang’ ons gebeden. Virgo. O sonderlinghe Maeght Saechtmoedigh van sinnen, Neemt wech dat Godt mishaecht, Maeckt ons reyn van binnen. Vitam. Maeckt onsen wech heel vry, Ons leven puer en reyn, Op dat wy Iesum bly, Aenschouwen int gemeyn. Sit. Lof sy met aller feest, V Heer Godt den Vader, [pagina 112] [p. 112] V Soon, u heilig Geest, V dry en een te gader. Amen. Vorige Volgende