Geestelijcke harmonie(1637)–Anoniem Geestelijcke harmonie– Auteursrechtvrijvan veelderley ende uytghelesene soo oude als nieuwe Catholijcke Kerckelijcke Lofsanghen, Leysenen ende Liedekens, op die principaelste Feesten en getijden des Iaers, die men in’t Vorstendom Cleve by den Catechismus singht Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] XXXVI. In Natali Domini gaudent. Die geboorte des Heeren, d’Engelen nu vereeren, Ende singen uyt herten slot, Gloria sy eenen Godt, Een Ionckfrou van Godt gespaert, Heeft nu Godt Christum gebaert, Altijt onbefleckt bewaert. Die Engel troost die Herders seer En verkondigde haer die meer, Christus geboorte wonder, Met een blijtschap besonder, Een Ionckfrou van Godt gespaert, &c. Weest gegroet maget vruchtbare, Van Davids stamme klare, Godes woonstede wel bekent, Nu en altijt ongeschent, Een Ionckfrou, &c. In dat kribbeken lach hy En in doecxkens gewonden bly En die Konigen, bemerckt, Aenbaden dat kint, versterckt, Een Ionckfrou, &c. Sy aenbaden hem gelijck, Met hare gaven mildelijck, Den Koning der Koningen, Ende eenen Godt laet lof singen. Een Ionckfrou, &c. Vorige Volgende