Gard Sivik. Jaargang 7
(1964)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |
anoniem 20e eeuw
| |
[pagina 34]
| |
aksentueert niet wat gebeurde, maar dat het gebeurde. En wat er gebeurde vergeet u niet licht. Histoire d'O is de meest geraffineerde, best geschreven ‘pornografie’ die u kunt vinden. De details zijn zo fijn geschreven, dat de auteur wel een arsenaal aan vrouwenklederen, zwepen en kettingen in haar onmiddellijke nabijheid lijkt te hebben.
Laat u niet misleiden: Histoire d'O is vooreerst een roman - een verhaal zonder meer, eigenlijk een verouderde roman. De eerste indruk van O, hoe gedetailleerd en individueel ze ook beschreven wordt, is deze van een ‘absolute’ figuur, een doel op zichzelf, en het kan u weinig maken of ze nu in Parijs of in Groningen woont. Het boek lijkt wel een liefdesroman te zijn (‘une lettre d'amour’, Jean Paulhan - ‘l'histoire d'un amour fou’, Luc Estang).
Wie is O, wat doet ze? O werkt als fotograaf voor modebladen; René in een modern kantoor nabij de Champs-Elysées. Beiden zijn welgesteld, hun smaken zijn weinig opvallend: klassiek interieur, nogal typisch Parijse meubelen; over kunst wordt nooit gesproken, hoewel O een muur vol boeken heeft - weer een normaal verschijnsel te Parijs. O woont op een mansarde op het île Saint-Louis, Jacqueline tegen Passy aan (hoogstwaarschijnlijk tussen Parry en de Seine, in de buurt van de rue Duban). Wanneer Jacqueline bij O inwoont, haalt Sir Stephen haar af om haar naar de studioos in het bois de Boulogne te brengen - de duur van deze rit (langs de linkerkaaien, tot aan de brug, door het 16e - in 1954 zelfs nog door de boulevard de Passy, die in '61 van richting veranderde - naar Ville d'Avray op, als ik me niet vergis de kortste weg), op de spitsuren voor een Parijs chauffeur ongeveer 25 minuten, geeft O inderdaad voldoende tijd om zich op haar bezoek bij Sir Stephen voor te bereiden, terwijl Jacqueline meent dat O de ganse morgen uitslaapt. (Sir Stephen, waarschijnlijk een diplomaat, fond of habits and rites, is zeker een rijk man, zie het eetmaal in La Pérousse, geen goedkoop restaurant, zie de villa in Cannes: de huur moet tussen '50 en '54 op ongeveer 20.000 nieuwe Franse franken per maand te ramen zijn.)Ga naar eind(1)
Wie is O? Goede (dure) opvoeding. Heeft enkele vrijers gekend. Eén poogde zich voor haar te zelfmoorden. O kende enkele lesbiese verhoudingen, waarin zij de aktieve rol speelde (p. 114-125).
Wat doet zij? Roissy: ze blijft er als gebruiksvoorwerp - nooit mag zij naar de mannen opkijken, steeds haakt haar blik zich vast aan het geslacht dat door de huiskledij bloot wordt gelaten. Haar anus wordt verbreed d.m.v. een godmiché die zij de ganse dag draagt, tot de mogelijkheden verruimd zijn. Haar handen zijn gebonden achter haar rug - alleen met haar mond kan ze haar meesters voldoening schenken. Ze wordt geslagen met verschillende soorten zwepen. Parijs: René laat haar slaan door Sir Stephen. Deze op zijn beurt geeft haar aan Anne-Marie, die O met een hondezweep op het geslacht slaat. Die haar op bevel tot in de derde graad brandmerkt. Cannes: de kommandant brengt O naar een feest, waar zij wordt binnengeleid door Natalie, d.m.v. een keten, vastgehaakt aan de ijzers in haar geslacht, en uiteindelijk wordt O, nog steeds voorwerp, ten toon geworpen tegen een muur.
Hoe leeft zij? Verliefd op René tot in Cannes, totaal afhankelijk van hem, van zijn woorden, zijn aanwezigheid - te Roissy zich vastklampend aan de gedachte dat elke ver- | |
[pagina 35]
| |
nedering, elke foltering een bewijs is dat ze aan René toebehoort, gehoorzaamt. In Parijs soms weerspannig, zo bv. wanneer Sir Stephen haar vraagt zich te masturberen, maar toch steeds zo onderworpen mogelijk. Haar leven wordt afgesteld op een onpersoonlijk geslachtsbesef: haar mond, haar zorgvuldig met parfum en lippenstift bewerkte tepels, schaamlippen en anus komen los van haar lichaam, en dit laatste zelf is nog slechts een veruiterlijking van haar slavernij. Als ze een vrouw verleidt is het om zich rekenschap te geven van het genot dat een man kan hebben aan háár lichaam.
Het is werkelijk een wreed boek. Bij Sade is de wreedheid dikwijls bijna lachwekkend omdat ze zo paroksisties, zo overdreven is (de obsessie is een obsessie die van sekse naar louter geweld overslaat; bij O is alles habits and rites); bij Burroughs wordt het een groteske (de onvergetelijke passage in Naked Lunch: het schakelbord dat de tanden van de manipulator onder elektriese spanning zet); bij Bataille in Histoire de l'oeil is de wreedheid ziekelijk obsceen. In Réage's roman, en dat is ontzettend, is het wrede volkomen normaal, volkomen in harmonie lijkt het, met een bepaalde voorkeur. En les goûts et les couleurs ne se disputent nu eenmaal pas. Eet u graag Osso bucco? Krijgt u er graag van langs met een rijzweep? Olijf of maraschino? Tatoeëren of brandmerken? Elke uitleg loopt spaak. Paulhan merkt terecht op dat ‘c'est plutôt qu'une jeune femme, une idée, une mode d'idées, une opinion qui s'y voit mise au supplice (p. xvi)’. Zulk een foltering, zulk een leven, zo een liefde zijn onmogelijk. Tenzij. Tenzij ‘je t'aime à en mourir’ waar is. Tenzij men verliefd is, dus tenzij Histoire d'O een liefderoman is. Tenzij liefde afhankelijk is (wel te verstaan: in het geval van O alléén, en in dàt geval alléén, en in dit geval alléén, en in het geval van X alléén, en dan nogmaals voor Z, ook alléén: een filosofie van de liefde op veralgemeend verbaal vlak heeft geen zin). Tenzij liefde daarnaast een dodelijke vrees is, die afhangt van de ogen, de handen, de wimpers, de enkels, de kleren, enz., van de geliefde. Natuurlijk komt zulks er op neer, de waarheid van O te aanvaarden. Dat is niet zo heel moeilijk: u cijfert het gruwelijke weg (bv. c'est une opinon plutôt qu'une jeune femme qui s'y voit mise au supplice), u cijfert de angst, het zweet, de kreten, de tranen, de spasmen weg, en u houdt een fiere, stoere levenshouding over, die op het overwonnen leed slaat. René Gysen wees hier, i.v.m. Kierkegaard reeds op in Gard Sivik 26; men leze ook Buytendijk's diskussie van de opinie van Deutsch over het vrouwelijk masochismeGa naar eind(2). Het is nogal wiedes, dat, als het dan toch maar om te pochen is, O van het leed dat ze heeft doorstaan houdt, en dat een grotere foltering een grotere bevrediging brengt. Nu zijn we er. Is het O's doel, prat te gaan op haar smart? Is zij uiteraard een masochiste? Is het wel haar doel, voorwerp te zijn, bevrediging te schenken? En de uitleg die O zelf geeft loopt spaak. Wie is zo altruïsties, dat zij (hij) alléén maar zou willen geven, in ruil voor niets meer dan afhankelijkheid? Dit is de schijnvraag, de metafiziese vraag, die O verheft tot een antwoord, tot een absolute. Men kan deze vraag als een eerste vraag aanzien (maar dat is reeds een interpretatie, en het is slechts voor wie het boek zelf las duidelijk waarom dit artikel geen konkluderende interpretatie kan hebben). In dit geval zoekt O naar een konstante afhankelijkheid meer dan naar een afhankelijkheid. Als ze konstant van iemand afhangt, dan is er immers konstant iemand voor haar. René of Sir Stephen kan zij alleen houden door steeds meer van hen te gaan afhangen. | |
[pagina 36]
| |
[pagina 37]
| |
Uit de eerste episode van een privé-film naar Histoire d'O. Mise en scène: Kenneth Anger.
| |
[pagina 38]
| |
Maar uiteindelijk is er een grens die niet overschreden kan worden, tenzij door de dood (gesteld dat het leven zin heeft, is de zelfmoord een offer. Maar de zelfmoord van O is dit niet, vermits ze zich uit verdriet doodt.) Maar O is geen antwoord, omdat haar psychologie, normaal of abnormaal, vals is. (Een vrouw merkt dit blijkbaar vlugger op bij de lektuur.) Réage ziet in feite de aard van de persoon voor de struktuur van diens bestaan aan.Ga naar eind(3) O leeft (lijdt) voor een geloof. Ook de struktuur van het verhaal wijst hier duidelijk op:
Histoire d'O volgt het schema van de min of meer populaire initiatieroman (vgl. de boeken van o.a. John Buchan en Talbott Mundy), wat tenslotte zo vreemd niet is, zie de parallellen die Goldberg (The Sacred Fire, Grove Press) tussen godsdienst en sekse trekt, zie de tezis van Bataille, waarin seksuele en mistieke ekstaze vergeleken worden.
De religie van O: O legt een proef af (Roissy) en krijgt bepaalde consignes mede - ze zal daarenboven uiterlijke tekens dragen (geen ondergoed, bepaalde houdingen zijn taboe, cfr supra), ze krijgt een zware ring in ijzer (zoals elk lid van het eroties vennootschap), ze verwijst dikwijls naar een bijbelse gedachte of dito citaat, ze voelt zich onpersoonlijk, een medium in de macht van een meester, ze is onderworpen, ze wordt steeds verder van haar geslachtsleven weggerukt (brandmerken heeft tenslotte nog weinig met sekse te doen), ze loopt met de uitstralingen van haar bizar geluk in haar ‘ogen en houding’, als een heilige, en haar initiatie verloopt van René naar Sir Stephen en van deze laatste naar de kommandant, wiens titel genoeg zegt, dit nadat zij een bekeerlinge (Natalie) heeft gemaakt. Tenslotte wordt ze als volmaakt geïnitieerde als voorbeeld tentoongesteld (anoniem nu, gemaskerd, onbenaderbaar, beschermd tegen misprijzen en ontzetting). En de liefde van O is deze van een mistieke. Uit deze tekst valt niet op te maken of ze op iets anders rekent dan op mishandelingen. Ze draagt de stigmenten, maar zonder dat haar god ooit beloofde, eeuwig te zijn.
Mistiek? Histoire d'O verloopt in een ondraaglijke stilte. Vanaf Roissy wordt haar het zwijgen opgelegd, en zwijgend ontkleedt O zich voor haar meesters, om naakt en stil te wachten, te blijven wachten, op een teken of één enkel woord - in een ruimte van stilte, waar het tintelen van ijs in een glas haar trommelvlies doet barsten. In een trage stilte, de stilte van de ijzers en van het gekeurd worden als slachtvee, een onbeweeglijkheid in de tijd: als een wassen slavin op de drempel van de dood. In een eenvoudige stilte, die door de onpersoonlijke eenvoud van het hele verhaal loopt, een ‘absolute’, aseksuele toewijding in een leven dat alleen door de sekse geregeerd wordt. (P. 178: Puis René la prit, et il parut à O qu'il y avait si longtemps qu'il ne l'avait fait qu'elle s'aperçut qu'au fond elle avait douté si même il avait encore envie d'elle, et qu'elle y vit une preuve d'amour. O beschouwt het verlangen dus doorgaans niet als liefde, zelfs niet als een bewijs ervan.) En het zijn de elementen traagheid, stilte en soberheid die a.h.w. het geweld, dat de hele kern van het verhaal uitmaakt, negeren.
Roman? De tegenstelling tussen kreet en stilte, de sluwe traagheid van wachten, zwijgen en bewegen (zie p. 167-169, een fragment dat Resnais' Mariënbad voorspelt), het geduld in de beschrijving - keurig, precies, meer aan Flaubert dan aan de nouveau roman verwant -, de zuivere taal, het ver- | |
[pagina 39]
| |
mijden van grove termen, via de luxe en de hygiëne.
En luxueus en hygiënies. Geen satyriasis, geen maandstonden, geen defekaties, geen zwoele orgasmen. En sober als het stalen stilzwijgen van Sir Stephen, sober en toch spontaan met zijn dubbel begin en zijn dubbel einde.
Dit boek heeft geen auteur. Pauline Réage bestaat niet. Mademoiselle d'O eventueel wel, - naakt tegen een muur van grove rots, geketend, naakt belichaamd onder het masker van een kerkuil. Omdat haar verhaal nu eenmaal bestaat, willen we dit ontkennen, als verhaal tenminste. Willen we alleen haar naam, O, haar open lichaam en haar masker nog overhouden. Willen we haar herscheppen, onttrekken aan de droom van staal, zweet en gillen. En zeggen: of wij bestaan, of O bestaat. Beiden bestaan. | |
Bibliografie:Histoire d'O par Pauline Réage. Préface de Jean Paulhan. XX + 247 p. Ed. Jean-Jacques Pauvert, Sceaux, 1954. 12NF. Eerste uitgave + 100 ex. H.C. à 100 NF. In 1954 drie herdrukken, 12 NF, 12 NF en 16 NF. Histoire d'O, id., J.-J. Pauvert, Paris, 1960, 24 NF. Histoire d'O, id., illustré par Léonor Fini. 36 ex H.C. + 314 ex. op Vélin d'Arches, formaat 28 × 38 cm, met 12 kompozities in kleuren door Léonor Fini. Ed. Le cercle du livre précieux, Librairie du Palimugre, 47 rue Bonaparte, Paris - 6. 600 NF. (En dat is slechts de subskriptieprijs!) Privé-film Histoire d'O, regie Kenneth Auger. 200 ex. ± f 4000,- per stuk. Een Engelse vertaling verscheen bij de Olympia Press. 18 NF.
Meestal wordt Jean Paulhan voor de auteur aangezien: Pauline Réage zou Paulhan réagit betekenen. Men heeft ook Monique Watteau, Pieyre de Mandiargues, Max-Pol Fouchet, Jacques Prévert e.a. genoemd. Hoewel in Frankrijk en België verboden, wordt Historie d'O integraal uitgeleend door de UB in Amsterdam. |
|