| |
| |
| |
ewald vanvugt | een periode
25
Ik heb wel erg vaak een erektie, eigenlijk te vaak voor een geduldig levend iemand, maar het heeft natuurlijk voordelen (want: ik hoor hem nog roepen die nacht: jongen, jongen, ik heb er een, HET GAAT) maar het nadeel is dat ik er gewend aan raak, het gewicht, de wrijving tegen de stof en daarom vergeet ik dikwijls hem te verleggen in situaties waar dat normaal zou zijn, zich even verwijderen en hem dan verleggen, voor de goede gang van zaken. Vanmorgen zat ik in de wachtkamer bij de dokter, het was er druk, naast mij was een open plaats op de bank waar tijdschriften lagen, plotseling buigt zich een dikke vrouw, die een paar plaatsen verder aan de andere kant van mij zat, over 2 ambonnezen, legt haar hand op mijn dij (ik had een kort jasje en een dunne zomerbroek aan) pakt een tijdschrift en STREELT met haar hand over mijn vlees, zonder mij aan te kijken, en: (niet van de vrouw, maar door de gedachten aan wat er zou kunnen gebeuren) ik krijg een erektie, maar zonder dat ik het direkt in de gaten heb, ook deze keer weer, de ambonnezen kijken elkaar aan, de vrouw knipoogt naar me, een meisje van een jaar of 4 staart verwonderd naar mijn kruis, ik kijk omlaag: hoe gedraag je je dan? wat doe je met je handen? waar kijk je naar? groet je iemand als je aan de beurt bent? hoe verhelp je het? ik heb er een weekblad op gelegd. Hier thuis vindt niemand het nog vreemd mij zo te zien, bij de vrienden wel, maar och ja, (wat we op de dag dat de koningin hier was in de drukte deden hebben we van Miller geleerd, zoiets doet iedereen wel), in de bioskoop is het altijd mooi, je moet er maar eens op letten: bij een scène waar in die richting gehandeld wordt of bij plotseling veel bloot (wel plotseling, want niets went zo snel als naakte lichamen, vooral in de standen, waarin ze, wanneer ze te zien zijn, in de bioskoop zijn te zien), zit iedereen meteen doodstil, durft bijna niet te ademen, zeker niet met papier te ritselen, zijn stoel laten kraken, want: iemand moest
eens vermoeden dat we een erektie krijgen (eventueel vochtig en warm worden), wanneer de scène voorbij is wordt er overal opgelucht gehoest, in neuzen gesnoten, een keer ekstra met een stoel gekraakt. Dat idee van die primitieve jongens om zo'n koker te dragen is helemaal niet gek, integendeel in hoge mate prakties (je kunt hem o.a. gebruiken zoals de wildwesthelden de kolven van hun revolvers gebruikten: om aan te tekenen hoeveel je er gehad hebt) ik zou iedereen aanraden, die met mijn moeilijkheid te kampen heeft, er zich een aan te schaffen en hem werkelijk te gebruiken in te voeren in de nieuwe zomermode, eventueel vervaardigd van plastic met nylon overtrokken, sierlijk met een koordje om de hals, meteen een amulet, een talisman, een bergruimte voor kleine gebruiksvoorwerpen (kam, zakdoek, notitieboekje, vulpen, elastieken, foto, muntstukken, etc.), duurdere uitvoeringen zijn meteen citybag: je hebt een schoon overhemd en toiletartikelen bij je en toch kun je je handen in je zakken laten. (Natuurlijk zijn dit lang niet alle mogelijkheden, ik sta open voor suggesties.) Veel verhalen over erekties doen de ronde, er wordt beweerd dat oude mannen waarbij het moeilijk is, een heel probate methode hebben: ze laten zich zacht en langzaam over de achterkant van de bovenbenen strelen, staan daarbij enigszins krom en degene die hen streelt steekt hun plotseling met een geweldige kracht een ei in het hol, sukses bij voorbaat verzekerd. Over de Maupassant wordt verteld dat hij het met vingerknipjes kon regelen, toen het eenmaal bekend werd stonden de vrouwen voor zijn deur in de rij.
Ik meen dat Gezelle er ook een gedichtje aan gewijd heeft, maar ik kan me de titel niet herinneren. Gevangenen, geplaatst in een steriele isolatiecel, vegen het zaad af aan hun schoenzolen: ze lopen het de grond in. Na de 5e of 6e keer kun je onbeperkt doorgaan, de buil is volkomen leeg. Als een kleine kobolt met schroeiende oogjes, een zakje kruiden op de rug, een vleermuis in het haar, één oog, vergroeide handjes, een witte papegaai die de bijbel citeert, een haard met daarboven een beroete ketel, een papenschedel, 2 vechtende katten op de schouw, kleine beschimmelde boekjes, in de hoeken opgestapelde boomschors, wratten, haren, blootgelegde pezen, aders,
| |
| |
zenuwen, hard bloed, vissen, sneden, korsten, puisten op het hoofd, een bult, een horrelvoet, spinnewebben in het donker, een kruisbeeld aan de muur, 3 kikkers in een schaal.
| |
31
Overgelaten, dit is een belangrijke tijd voor mij, ik vermoed daarom dat ik hem niet zonder kleerscheuren door zal komen. Waarom hij belangrijk is weet ik niet, maar ik zie mogelijkheden voor de toekomst: ik zal zeggen dat de stilte, gebedenboeken, honger, huidziekten mij beproefd hebben (de radio speelt keihard: the international nightservice, ik heb goed gegeten en heb bovendien hier alles bij de hand om het eventueel een tweede keer te doen) dat ik er in ieder geval doorgekomen ben; ze zullen zeggen: kijk dat is een van de laatste dingen die hij opschreef voor hij opgenomen werd, stierf, verdronk, met de kuur begon; ik zal zeggen: dat was tegen het einde dat ik iets opschreef, ik zal niets zeggen: tegen wie? waarom? ik zal iets doen dat ik deed, ik heb voortdurend het gevoel dat ik niet goed in orde ben, dat er iets uit mij is, ik mis voortaan iets, niet literair of zo, maar doodgewoon om te leven, er is van alles bijgekomen IK WEET VEEL TE VEEL om iets op te kunnen schrijven, een rustige windvaan met een gouden balk overdwars. Maar je moet verdergaan, kunt het niet stuiten, er groeit in mij een geweldig verhaal dat jullie misschien leren, als ik bij machte blijf, nooit opgesloten word of sterf, bij ieder gebaar, geluid, iedere gebeurtenis die mijn lichaam ervaart wordt het heviger en intensiever, iedere minuut kan het springen, pus en bloed verspreiden, wegvloeien, uit mij, iedere blik voegt er beelden bij (meestal niet de fraaiste) ik groei per sekonde en ik ben het mij bewust, ik slaap alleen bewusteloos, droom veel, gedetailleerd, situaties die geweest zijn of snel komen, en als ik het op zal schrijven, zal het onmogelijk schijnen: IEDERE persoon wordt uitgebuit, opengereten, iedereen die met mij (die zelf dan niet meer zal bestaan, ergens ruimte innemen, lopen) te maken heeft gehad, in schijn, werkelijkheid, oppervlakkig, niet, nauwelijks, bizonder intiem, zal zeggen wat hij/zij met hem heeft meegemaakt, van hem denkt, in welke omstandigheden zich
hem herinnerde, zal herinneren, hoe het huis is ingericht, waar zij wonen, welke kleren zij dragen, ziekten gehad hebben, reizen maakten, filmvoorstellingen bij zullen wonen, alles wat met hem te maken had, verbonden was of dacht te zijn, door hem gelezen was, gezien, gehoord, gedacht, bekeken, alles zal eruit komen, ieder detail van elk meisje, iedere lust van elke man die over hem dacht, hem zag, voelde, iedere dag, minuut, die hij leefde, ook iedere dag weer die hij schrijft, bezig is, zijn menu, zijn dagverdeling, geliefkoosde gedragingen, kleren, onvoorstelbare rekenschap, belachelijke leuzen, uiterste houding; je zult het moeten raden: ik riskeer voor jullie geen krankzinnigheid.
| |
romeinse 6
4
Ze bleven tegenover elkaar zitten terwijl ik wegdrentelde. Uit de verte zei ik, met mijn rug tegen een deur: ik ken dat meisje wel, de handjes goed verzorgd en de zwarte haartjes hard van de lak, kapstertje waarschijnlijk. Ze boog zich voorover, steunde met de ellebogen op het zitvlak van de bank en zei, kneep de ogen naar voren, maakte er 2 bogen van, verschoof een bandje, spreidde, knielde: geil, geil, ontzettend geil, ze komt hier voorbij met bloesjes tot op de navel open, tieten los erin, bukte. Ik stond met mijn rug tegen een deur, ze lag languit voorover gebogen op de bank en daarom dacht ik (ondanks haar figuur) aan de wheelbarrow, die verschrikkelijke stand (zo: hij staande en zij op de borsten steunend) maar een blik op de ogen was voldoende. De andere klapte nog wat in de handen, tamelijk snel eerst, maar toen ze flauwe verhaaltjes begonnen te vertellen (zogenaamd om ons op te wekken) ben ik weggegaan naar leneke die nu achter een antikwariaat woont. Ik kon maar kort blijven maar vond toch verschillende aardige zaken: een kleine duitse verhandeling over de hygiëne in de bordelen van beide
| |
| |
geslachten in het oude Rome en deel 2 van de Love Picture Serie. We dronken een kopje thee en ik las voor dat de boemerang het simbool van de dubbel gezegende man is, we bekeken de negerinnen met de kunstpenissen, Napoleon voor een veldslag in gezelschap van een dame, zijn generaal daarboven, het vreemde vaasje, de lesbiese zusjes die elkaar simetries met lieve gelegenheidsgezichtjes aan een tepel voelen, zij vertaalde een stukje hoe de meisjes in Rome kleine voorwerpen verwijderden, ik bekeek nog een laatste keer de fotoos uit 1904, schreef een briefje voor Karel waar hij de boeken kon vinden en ben toen maar teruggegaan. De hele tijd dacht ik aan die zin die de moeder zegt tegen haar dochter in a taste of honey: and make for sure that you dont get trapped. Ik kwam onderweg nog iemand tegen die mij het een en ander over Stockhausen vertelde en daarna had ik werkelijk het gevoel dat ik nu meer dan mijn dagelijkse portie had gehad. Er wordt over geklaagd dat het seksuele zo'n overheersende positie inneemt, en niet alleen overheersend maar zo gesublimeerd, zo door en door rot, maar ben blij: we zullen nooit iemand aanranden of geweld plegen, tenminste elkaar niet als we nuchter en/of bij ons verstand zijn (). Ik klom de stenen trap op en sloop langs de verlichte kamerdeur naar achter, viel daar over allerlei rotzooi, kon de schakelaar niet vinden, deed een schemerlamp aan, keek of er iets te eten was. Ik vond een groot pak vlees: lever, lunchworst, ham, alles op en door elkaar gepakt en het bovenste groen uitgeslagen van ouderdom. Ik vrat het binnenste van het pak op en nog een paar vruchtenkoekjes, in het bed dacht ik dat ik ziek werd van die oude rommel en die koekjes, en het was ook zo: ik denk en het gebeurt in het dagelijkse leven, het waren mijn darmen, maar ik durfde de kamer niet uit omdat ik dan zeker van die bolle weg moest: ze had me een kans gegeven. Ik hoorde allemaal lopen op de gang, lachen, met kopjes rammelen, en van binnen bij
me pruttelde en rommelde van alles, ik ging rechtop zitten om een paar flinke boeren te laten, maar toen ik zat kreeg ik het zuur, het leek of het vocht onder mijn tong uit kwam, uit mijn wangen, het zat bijna in mijn neus, ik kon niet hoesten of niezen, de snot liep langs mijn kin en plotseling voelde ik iets nats aan mijn billen, ik dacht met een schok dat de kringspier aan het einde van de darm het door de druk had begeven of dat hij voor dit dunne vocht niet voldoende sloot, ik voelde met mijn hand: het waren alleen gedachten, toen herinnerde ik mij de mensen die door hun wil iedere situatie doorkomen, met de wil het lichaam passief maken, het bewustzijn uitschakelen; ik probeerde het en viel in slaap.
Daarna werd ik wakker en piste een melkfles en gedeeltelijk een pan vol, at nog wat koekjes en sloop het huis uit, op de gang riep een jongetje: ma, hier is Ewald, ze antwoordde niet, had waarschijnlijk een vertrokken mond, de macht daarover voor enkele momenten verloren, de hand geklemd. In een café kon ik op het toilet alleen maar geluiden maken, holle klanken, af en toe verrassend lang aanhoudend, maar ik voelde me toch opgelucht. Voor alle zekerheid zal ik een paar dagen geen vocht of vochtige zaken tot mij nemen en zal ik mij snachts warmer kleden.
| |
8 en 9
De zomer, de almachtige zon, het lichaam langzaam weer bruin, op weg naar de goddelijke staat, ik leef in een volledig andere wereld. 's Middags uren in de brandende zon aan het strand, dan enkele terrassen en daar het geweldige huis met de geweldige mensen en een van de heerlijkste zaken in het huis is de bar boven, meteen onder het dak, de best verzorgde bar die ik ooit gezien heb, met een zacht rubberen misvormd handje aan de deur met Chet Baker en Marlene Dietrich, met een eroties bibliotheekje voor de eenzame uurtjes, met naaiende hondjes in de hoeken, met het vel van een appelschimmel op de vloer. Ze wilden er toepassen wat iemand in Alexandrië gezien had: een vrouw waarvan men de schede verlengd had met een spits toelopende buis waarin een rat kan kruipen, ps, pss, en dan de kleine beweging, als je me een zoen
| |
| |
geeft zal ik je zeggen of er een flikker in de zaak is. Er worden kunstjes gemaakt, verhalen verteld, iemand valt traag om, aan zijn kruk geklemd als een inka aan zijn sokkel, maar lachend en met een andere haardracht, een jongen voelt speciaal voor meisjes met dunne door kinderverlamming aangetaste beentjes, ze willen er met schaartjes in, niemand is rotter dan jij, in een vreemde omgeving in de gelegenheid gesteld, je zit met een rolletje bankbiljetten tussen je benen, een volkshoer op Ceylon. Ze zien een onvolgroeide jongen en roepen: kijk een wandelend embryo, maar wanneer we om 11 uur 35 aan tafel gaan en zij mij over mijn ouders vragen (spottend zegt hij, ik heb een moederkomplex) luisteren ze intens, knikken geroerd met mij mee als ik zeg dat ik hen ondanks alles dankbaar ben, alleen al omdat ik min of meer beschaafd praat, ze mij min of meer onderwijs hebben laten volgen (in zo'n omgeving moet ik bij de gedachte aan mijn ouders bijna janken, de gedachte) (ik zie hoe mijn vader met een lange spitse schaar de haartjes uit zijn neus knipt, ik hoor mijn moeder wateren) er komt snel een draai aan het gesprek, er breekt een leuning van een stoel, er wordt gerookt, een drankje klaargemaakt. Rond deze tijd vermoordt een vrouw in België haar mismaakt geboren baby, het kindje had geen armpjes en misvormde voetjes, de groei van deze wanverhouding binnen de moeder wordt toegeschreven aan het gebruik van een duits kalmeringsmiddel, het moet in België en Duitsland veel slachtoffers gemaakt hebben, maar het is bekend dat de hoeveelheid radio-aktieve stof die in de lucht gebracht is door eksperimenten met de atoombom naar het oordeel van deskundigen mede oorzaak is van het grote aantal miskramen. We gooien een pokertje, we drinken wat, we luisteren, vertellen, maken een handstand, hij hangt een wollen aapje aan de muur. Rotte gedachten, heerlijke tijd, ontspan je, leef langzaam, stel je niet teveel op de hoogte, gebruik verdovende
middelen, pulk je ogen uit, maak je af, drink veel, zorg dat je vaak het heimelijke moment hebt, we weten allemaal dat het leven heerlijk is, al zit je met je blote voeten uit het venster en houdt er iemand een peukje tegen, doe maar een colaflesje in je broek als je vindt dat hij te weinig spant, laat je haren verven, je rug tatoueren, morgen is er weer een dag, aan ieder lijden komt een einde, ik ben vandaag luier dan gister, blijf mijn leven lang in de zon, verdamp en word 37 muggen.
| |
13
I am sad because all la vida es dolorosa, zei Kerouac in Tristessa (morphine-racked prostitute), zeg ik tegen mijn moeder en ze staart verwonderd naar ons spiegelbeeld, ze heeft nog niet gehuild vandaag. Ze heft de handen, eet een druif, zingt het liedje over de jongen die treurde dat zijn vader (zeeman) geen speelgoed voor hem mee zou brengen omdat hij verdronken was; het is enkele jaren geleden dat mijn vader voor het eerst de zee zag: hij kon meerijden met een buurman, verloor deze in de drukte en kwam dagen later thuis, liftend, met een baard, ik kan mij niet herinneren dat hij vaker zolang van huis is geweest. Hij was anders hierna, maar voor een korte tijd, stoeide met moeder, wilde blijkbaar iets, had onbekende zaken geleerd, gevoeld, wilde iets toepassen, want mijn moeder is nooit ontmaagd, bevrucht, en daarom zeg ik regelmatig dat ik de zoon van god ben (de heilige maagd maria werd in opdracht van god de vader door aartsengel michael via het oor bevrucht, fluisterend naar de buis van eustachius, mondholte, slokdarm, etc., en Hij werd geboren zonder haar delen te raken, uit de borst of uit de navel) maar het verdween snel bij vader, ik ben het enige kind, waarschijnlijk een misverstand of met het badwater meegekomen, de rand niet voldoende afgeveegd. Beste Karel, ik hoop je weer snel te ontmoeten, misschien kan ik een paar passages voor je vieze boekjes leveren, probeer eens echt 75 gulden bij elkaar te houden en lach niet als ik je schrijf: de aandacht vestigen en gespannen houden. Ik weet niet meer wat ik met de hoeveelheid gebeurtenissen, gedachten, vermeende feiten aanmoet, misschien als Boon een kahier aanleggen een verzameling als
| |
| |
postzegels of suikerzakjes gekoesterd en me in stille uren daarna verlustigen, mee vermaken, de tijd om brengen, een kleine amateurfakir met een kopstand aan een whiskyfles, kloosters zijn prachtige instellingen, je krijgt een taak, misschien zoals het was op de tanker, 4 uur op, 4 uur af, eten, slapen, geld verdienen, maar geen drukte verder, geen andere lijdende mensen dan een dronken Japanner die tegen de verschansing wordt geflikkerd, geen moeilijkheden, geld verdienen en recht toe, recht aan, lou poekelen, de rus is vlakbij, hooguit zelf een keer ellende, ellende die voorbij gaat, hevig is en diep, pijn, rotzooi, oververmoeidheid, zweren, maar ellende die voorbij gaat, geen langzame, tergende, luie gedragingen, waar je moe van blijft en waar je alleen tijdelijk even uitkomt, denk niet dat ik het slecht heb of me bizonder triest voel: ik ga snel rijles nemen, heb kans op gebruik van wagen, ga vrijdag naar Antwerpen, heb daar het een en ander, maar het is het besef dat we er met z'n allen inzitten, in de boot genomen zijn, je weet dat je zoiets niet meer openlijk kunt schrijven, je bent dan meteen: ha, weer een moderne jongen (we zouden zeggen: doe niet zo modern, jongen) maar ik voel me werkelijk vaak in mijn broek gegrepen, bedonderd, onvolledig, oud, het is wel fijn dat dit meteen duidelijk maakt dat het helemaal niets met literatuur te maken heeft, eerder, ik kom vlug weer een paar dagen over, het weer wordt nu waarschijnlijk ook beter zodat de mogelijkheden uitgebreider worden. Er was een klein meningsverschil in het ziekenhuis onder patiënten en verplegend personeel (hoor ik van mijn broer) of het verdronken jongetje al of niet nog leefde toen het in het lijkenhuisje lag; de man die daar voor zijn plezier iedere avond in de schemering gaat kijken (en genieten), beweerde dat hij het lichaampje nog een dag later had zien bewegen, maar dat lijkt mij overdreven. Ik kwam net aan het strand toen hij afgevoerd werd, de jongens
die het gezien hadden waren het er over eens dat een vers lichaam minder mooi is dan een ouder, dat gezwollen kan zijn en blauw en vaak een soort licht uitstraalt, wel was de tong erg lang geweest en ook niet naar binnen geslagen zodat hij nu een lange doodsstrijd heeft gehad, niet snel is gestikt. Ik zag gisteren bij een bezoek aan mijn broer in het ziekenhuis een man met een rauwe navel van minstens anderhalve decimeter, ik moest hem in de waterfles helpen, er was geen zuster in de buurt en de man ligt prakties heel de dag in een nat bed. Mijn broer geneest goed, over uiterlijk een week wordt hij ontslagen.
| |
16
Inderdaad: het leven gaat nu te snel om iets op te schrijven: de afgelopen dagen zijn er minstens 300 gulden doorgegaan en ik merk er weinig van: alles is volkomen anders, ik ben in 93 uur enkele malen gestorven, klaargekomen, dronken geweest, verfijnd, gepijnigd, verloren, ontaard, gelouterd (), beschaafd, geboren, vervloekt en ik ben dol van de gebeurtenissen. Niets wordt er verteld, afgesloten, er wordt alleen een heimwee uitgesteld, een nacht gerekt, een man vermoord, 2 goudkleurige beelden maken voor ons de bewegingen, een oude vrouw besmeurt lachend de wratten in haar hals met gehakt, je kunt in een dij bijten, niemand belet het je, Even lets Met Kapitalen?: Spanjaarden voor een spotprijs. Niemand neemt een vuurtje uit het mapje met pinups, er is geen logiese reeks in je leven, geen voorziene opeenvolging, dat ik over alles de beschikking zou hebben, het is belachelijk, het onverwachte einde van een karrière en even nog: () on the contrary, it amuses me and I am immoral enough to laugh at it (Count de Tilly).
|
|