was geweest, dat zulk een ogenblik wel vrucht moet dragen. En ook het lichaam van de man was zo sterk en goed en gevuld van de eigen kracht geweest - hoe had zij ooit kunnen denken dat het anders zou zijn? Vreemd was dit moederschap, dat zo heimelijk moest zijn en met zoveel verslagenheid moest worden bepeinsd in de eenzaamheid van de nacht, terwijl de kinderen sliepen. En hoe hevig zij ook door misselijkheden werd overvallen, zij mocht er niets van laten blijken. Vreemd was het, dat zij bij vroegere zwangerschappen nooit misselijk was geweest, terwijl haar thans iedere hap, die zij in haar mond stak, tegenstond. Het was alsof dit zaad in haar lichaam zo
krachtig fors was, dat het welig als onkruid in haar omhoog schoot en meedogenloos met haar lichaam deed wat het wilde en niet het geringste kon zij ervan laten merken. Nacht na nacht zat zij op in bed, te onbehaaglijk zich voelend om te blijven liggen en zij zeide kreunend tot zichzelf: “Ik wilde, dat ik weer alleen was en niet dit nieuwe leven in mij had - ach, ik wilde dat ik weer alleen was zoals eerst, dan zou ik tevreden zijn”.’
Nu gaan we eens kijken wat ‘Margriet’ ervan heeft gebakken. Op pag. 123: ‘Een maand ging voorbij en zij was bang. Twee maanden gingen voorbij, drie zelfs, de oogst kwam, het graan werd gedorst, en wat onder het zwoegen dag-in dag-uit vrees was geweest, werd nu zekerheid. Er was niet meer aan te twijfelen en zij wist dat het allerergste haar kon overkomen, als moeder van zoons, als vrouw, die geacht was in haar gehucht, en zij schreide bitter om de man, die haar verlaten had. Nacht na nacht zat zij op in bed, zich te onbehaaglijk voelend om te blijven liggen, en zij zei kreunend tot zichzelf: “Ik wilde, dat weer alles was als vroeger, dan zou ik tevreden zijn”.’
Niet alleen ‘Margriet’ werkt een onwettig kind weg. Pearl Buck's moeder doet hetzelfde. Het is een langdurige aangelegenheid, die de pagina's 127, 128, 129, 130 en 131 van de Gottmer-uitgave in beslag neemt. Het lukt haar een miskraam op te wekken en eindelijk ‘trad de vrouw van de neef op haar toe met een mat, die zij bij zich had en zij ving datgene op wat er op te vangen was en na een ogenblik fluisterde zij bedroefd: “Het zou een jongen geweest zijn. Je bent een gelukkige moeder om altijd zoons te baren”.’ En een paar regels verder: ‘En toen zij langs een vijver kwamen, wierp de nicht de mat er in’.
‘Margriet’ vermeldt van al deze bedrijvigheid geen Jetter. De redacteur schrapte vijf pagina's en verving die door de zinnen - in de gedragen taal van het origineel ‘Toen werd de moeder ziek, vele dagen en nachten lang. En niemand verwonderde zich over haar ziekte, want had zij niet de diepste afgrond van het lijden aanschouwd?’ Zo brengt ‘Margriet’ de ‘meesterwerken der wereldlitteratuur’ onder het bereik van haar lezeressen. Weet Pearl Buck van het bestaan van deze gecastreerde uitgave af? Denk niet, dat het weekblad zich schaamt voor deze regelmatig terugkerende verkrachtingen. Deze maand beleven we een heuglijk feit. In de laatste nummers van ‘Margriet’ staat deze mededeling: ‘Omdat het feest is bij Margriet! Ja, féést! Want tien jaar geleden begon Margriet met de verspreiding van goede en tòch goedkope boeken. Bij het bereiken van zo'n mijlpaal behoort een feestgeschenk, zo rijk en zo royaal als in Nederland nog niet verscheen. Daarom dit Jubileumboek, een vorstelijke uitgave, waarin 's werelds grootste schrijvers met hun beste verhalen vertegenwoordigd zijn. Een boek van 640 bladzijden, verrijkt met het mooiste dat de wereldlitteratuur in zijn schatkamers heeft.’ Meegedeeld wordt dan dat men in dit f 4,95 (België 90 fr.) kostende boek (‘50 verhalen voor de prijs van één!’) verhalen zal kunnen vinden van Hemingway, O'Henry, Poesjkin, Toergenjew, Conan Doyle, Edgar Allan Poe en (vanzelfsprekend) van de onmisbare Pearl Buck. Wellicht zou het de moeite lonen de verhalen in dit ‘groot en groots boek’ eens met hun oorspronkelijke tekst te vergelijken, maar wie heeft plezier in dit soort monnikenwerk?
De Nederlandse damesbladen zijn bang hun lezeressen op het slechte pad te brengen.